De F-35 wordt geproduceerd in Texas

Eerste Nederlandse F-35 officieel van de band gerold in Texas

We hebben er eigenlijk al twee in het bezit, maar de nieuwe F-35-gevechtsvliegtuigen waren nog niet officieel aangeboden. Tot vanavond. In Texas, bij fabrikant Lockheed Martin, rolde 'onze' derde F-35 officieel van de band. Onder anderen staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Commandant der Strijdkrachten Bauer waren daarbij aanwezig.

Bekijk hieronder beelden van de feestelijke onthulling van de F-35:

De 'doop' van de derde F-35 van de Nederlandse luchtmacht

De eerste twee Nederlandse F-35-toestellen zijn al sinds begin 2013 in de lucht. Er hebben ook al Nederlandse piloten in gevlogen. Maar omdat het kabinet toen nog niet officieel had besloten dat de F-35-vliegtuigen de veertig jaar oude F-16 zouden vervangen, is dat toen niet gevierd, zegt Defensiewoordvoerder Sidney Plankman. Hij vergelijkt de ceremonie met het dopen van een schip. "Alleen hebben we hier geen fles tegenaan gegooid."

Volgens staatssecretaris Keijzer is de overdracht van de F-35 een mijlpaal voor defensie. De 'doop' van dit derde toestel kwam er dan ook niet zonder slag of stoot. Er gingen ruim twee decennia vol politieke onzekerheid en gekibbel over kosten aan vooraf. Dat begon in 1996, toen het kabinet-Kok I besloot dat de F-16-gevechtsvliegtuigen op termijn moesten worden vervangen.

Zes jaar later stapte het tweede kabinet-Kok in het Joint Strike Fighter-programma van het Amerikaanse ministerie van Defensie, samen met acht andere landen. Binnen dat project, dat al een paar jaar liep, werd een nieuw type gevechtsvliegtuig ontwikkeld. Uiteindelijk kwam de F-35 van Lockheed Martin als beste uit de bus.

Nederland stak in 2002 800 miljoen dollar in het JSF-project. In ruil daarvoor kregen Nederlandse bedrijven de kans om mee te bouwen aan het gevechtsvliegtuig. Maar of Nederland de nieuwe toestellen ook daadwerkelijk zou kopen, wist het kabinet toen nog niet, hoewel toenmalig premier Kok er wel op wees dat "de aankoop van dat vliegtuig" steeds logischer werd "naar de mate waarin je langer deelneemt in de ontwikkeling".

Al vanaf het begin was er veel kritiek op het JSF-project. Zo vielen de kosten hoger uit dan gedacht en waren er softwareproblemen. Maar het kabinet bleef erbij dat deelname goed was voor het Nederlandse bedrijfsleven. En we konden altijd nog terug, was de gedachte.

Crisis

Overigens was de kritiek niet voorbehouden aan de oppositie. Ook bij de verschillende coalitiepartners die met de JSF te maken hadden, was er discussie over het project. De PvdA had er bijvoorbeeld grote moeite mee. In het kabinet-Balkenende IV, waarin de PvdA met CDA en ChristenUnie samenwerkten, dreigde in 2009 zelfs een crisis te ontstaan over de aankoop van twee testtoestellen.

Volgens de PvdA kostte het JSF-project te veel en leverde het te weinig op. Onder druk van de sociaaldemocraten werd daarom uiteindelijk maar één testvliegtuig aangeschaft in plaats van twee. Een jaar later besloot het eerste kabinet-Rutte alsnog dat er een tweede testtoestel zou komen.

Ondertussen begon de ontwikkeling in de papieren te lopen. In december 2010 werd bekend dat de kosten voor het hele JSF-project 1,4 miljard euro hoger uitkwamen dan van tevoren was ingeschat. Twee jaar later concludeerde de Algemene Rekenkamer dat het duurder zou zijn om te stoppen met het project dan om ermee door te gaan. De Tweede Kamer had er namelijk bij het kabinet op aangedrongen om zich helemaal uit het project terug te trekken.

Dat gebeurde dus niet. In 2013, op Prinsjesdag, hakte het kabinet - we zijn inmiddels aanbeland bij Rutte II (VVD en PvdA) - de knoop door. Toenmalig minister Hennis van Defensie maakte bekend dat Nederland 37 F-35's wilde aanschaffen voor in totaal 4,5 miljard euro. Het oorspronkelijke plan was overigens om 85 vliegtuigen te bestellen. Maar door de oplopende kosten per stuk was daar geen budget meer voor.

De Nederlandse F-35-toestellen die in de Verenigde Staten van de band rollen, komen niet meteen naar Nederland. Ze gaan eerst naar Luke Airforce Base in Phoenix, Arizona. Daar worden sinds begin dit jaar ook de Nederlandse F-16-piloten omgeschoold. Pas in oktober komt de eerste Nederlandse F-35 naar Nederland - dit keer niet voor een rondvlucht of test, maar 'voor het echie'.

Volgens staatssecretaris Keijzer hebben de productie en het onderhoud van de F-35 Nederlandse ondernemers en kennisinstellingen inmiddels al 1,4 miljard euro opgeleverd aan contracten en omzet.

Het kabinet verwacht dat het gevechtsvliegtuig in Nederland uiteindelijk kan leiden tot nog eens honderden miljoenen aan onderhoudscontracten en meer dan 1600 vaste banen. Bij de ceremonie werd bekend het Drentse bedrijf Fokker voor honderden miljoenen euro's onderdelen mag gaan leveren voor de productie van de F-35.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl