Al-Shabaab teistert al 20 jaar Oost-Afrika en daar komt nog geen einde aan
Ze noemen zichzelf 'de jeugd', gaan gekleed in groene legerpakken met zwarte sjaals over hun gezicht en ze zijn verantwoordelijk voor duizenden doden per jaar: de leden van terreurgroep al-Shabaab.
Deze week pleegde de Somalische beweging een aanslag op een hotel in buurland Kenia. Daarbij vielen zeker 21 doden. 19 mensen worden nog steeds vermist.
Wie vormen deze extreem gewelddadige organisatie over wie we - vergeleken met IS of de Taliban - zo weinig horen? En wat doen ze in Kenia?
Waarom Kenia?
Eerst die laatste vraag. Dat het aan al-Qaida gelieerde al-Shabaab juist Kenia uitkoos als doelwit, heeft twee redenen. Ten eerste is het een vergelding voor de Keniaanse aanwezigheid in Somalië. Keniaanse troepen strijden daar samen met de Somalische regering tegen al-Shabaab.
Maar de aanslag is ook bedoeld om te laten zien dat ze er nog zijn, denkt politicoloog Ayaan Abukar. "Onder president Trump heeft Amerika het aantal droneaanvallen op de beweging geïntensiveerd. En die zijn succesvol, er zijn belangrijke kopstukken gedood."
Het is niet de eerste keer dat al-Shabaab heeft toegeslagen in Kenia. De afgelopen jaren pleegde de terreurgroep daar meerdere grote aanslagen:
Maar het is Somalië zelf dat al sinds de oprichting van de terreurgroep begin deze eeuw het meest getroffen wordt. De aanslagen zijn er inmiddels ontelbaar. Ook Ayaan Abukar is in 2014 een paar keer in de buurt van aanslagen geweest. "Het enige voordeel is dat soldaten in Somalië al-Shabaab inmiddels beter begrijpen." Daardoor zijn de acties vaak na korte tijd weer voorbij. De aanslag in Nairobi duurde uren.
Een bekende tactiek is het laten ontploffen van een auto, waardoor paniek ontstaat. Als mensen dan naar binnen vluchten, slaat al-Shabaab toe door groepen mensen te gijzelen.
Wie zijn ze?
De groep is gelieerd aan al-Qaida en zwoer een aantal jaar geleden ook trouw aan Islamitische Staat. Momenteel zijn er nog tussen de 7000 en 9000 strijders. Een groot deel van hen komt uit het buitenland, uit landen als Afghanistan. "Dat is al vanaf de oprichting", zegt Abukar. "Na de aanslagen van 11 september 2001 trokken jihadisten naar Somalië om daar trainingskampen te vestigen."
Maar ook jongeren uit buurlanden en uit de Somalische diaspora sloten zich aan bij de groep. Zo werd er in 2014 een aanslag gepleegd op een hotel door een Nederlandse Somaliër.
In Somalië weet je wie in de wijk bij al-Shabaab hoort. Daar houd je dan rekening mee.
Volgens Abukar is er maar één manier om al-Shabaab definitief te verslaan: een sterke overheid en een einde aan corruptie. Anders blijft de terreurgroep in staat om nieuwe strijders te rekruteren, denkt zij.
Verzwakt is al-Shabaab inmiddels wel. In het begin wilde de beweging nog het Somalische regime omverwerpen en een shariastaat vestigen. Dat lukte deels in 2006, toen ze een groot deel van Somalië, waaronder de hoofdstad Mogadishu, in handen kregen. Daar werden ze uiteindelijk in 2011 verdreven door het door de Verenigde Naties gesteunde leger en de Amisom, een legermacht van de Afrikaanse Unie. Ook de VS ondersteunt de Somalische regering met troepen en luchtaanvallen.
Daarom ligt de focus nu op aanslagen. Hotels, politici, beachclubs, de straat, militairen: duizenden Somaliërs overleefden de terreur van al-Shabaab niet. Tragisch dieptepunt was een dubbele aanslag in oktober 2017, waarbij ruim 500 doden vielen.
Wat doet dat met de Somaliërs?
Jongeren in Mogadishu leven onder een constante dreiging van terreur, gaat Akubar verder. "Ik sprak een keer een jongen die bij de overheid werkt en daardoor een doelwit is. Voor hij om 9.00 uur begint met werken, kleedt hij zich eerst drie keer om in drie verschillende wijken, zodat zijn eindbestemming en werk geheim blijft voor de al-Shabaab-leden uit de wijk."
Wat helpt is dat mensen elkaar kennen in de buurten van Somalië. "Mensen weten wel van elkaar wie er banden heeft met al-Shabaab."
Het gaat in dit geval niet om de kopstukken, benadrukt Abukar. "Je zou de organisatie van al-Shabaab kunnen vergelijken met de maffia. Buiten de kopstukken en de aanslagplegers heb je bijvoorbeeld jonge jongens die boodschappen doorgeven en wat oudere leden, die vervolgens mensen intimideren. Niet al die jongens sluiten zich vrijwillig aan bij al-Shabaab, een deel van hen wordt ook gedwongen. Naar de politie gaan, als er iemand van al-Shabaab naast je woont, dat doet bijna niemand."
En dat is nou net het probleem, zegt Akubar. "De politie is ook niet 100 procent te vertrouwen."