PvdA doet nog een poging: CO2-heffing voor industrie
De PvdA doet een poging om alsnog een CO2-heffing voor het bedrijfsleven van de grond te krijgen. De opbrengst van die heffing moet gebruikt worden om gewone burgers minder te laten betalen aan de energietransitie.
PvdA-leider Asscher heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd zo'n CO2-heffing door te rekenen. Er wordt daarbij uitgegaan van een starttarief in 2021 van 45 euro per ton CO2 die uitgestoten wordt. Jaarlijks gaat het tarief met twee procent omhoog, naar 80 euro per ton in 2050.
In het klimaatakkoord, dat het kabinet heeft gesloten met verschillende maatschappelijke organisaties, is bewust niet gekozen voor een heffing voor de industrie. Die zou de concurrentiepositie van het bedrijfsleven te veel aantasten.
Toch denkt de PvdA er nu alsnog steun voor te krijgen, omdat er ook in de coalitie kritiek is op het gesloten akkoord. Zo is D66 eigenlijk wel voor zo'n heffing en maken VVD en CDA zich grote zorgen over de betaalbaarheid van alle plannen voor gewone mensen.
Energiebelasting omlaag
Met een CO2-heffing voor bedrijven kan de rekening voor de burgers omlaag, redeneert de PvdA. Asscher wil de energiebelasting voor gezinnen met 150 euro per jaar verlagen. Hij vraagt het Centraal Planbureau de koopkrachteffecten daarvan door te rekenen.
"Zo gaan vervuilers betalen, belonen we wenselijk gedrag en ontzien we gewone mensen", schrijft Asscher in zijn verzoek aan het PBL. De CO2-heffing voor bedrijven is voor de PvdA een minimale voorwaarde om het klimaatakkoord te steunen.
In de coalitie ontstond afgelopen weekend irritatie na uitspraken van VVD-fractievoorzitter Dijkhoff. Die zei dat de kans nihil is dat de plannen uit het klimaatakkoord allemaal uitgevoerd worden. Ook verweet hij D66-leider Jetten te drammen over het klimaat.
Gisteren werd er tijdens het wekelijkse coalitieoverleg "stevig gesproken" over de kwestie. Conclusie was volgens premier Rutte dat de afspraken uit het klimaatakkoord gewoon nog staan. GroenLinks heeft al laten weten een debat te zullen aanvragen over de klimaatplannen en de onenigheid in de coalitie.