Japan jaagt vanaf juli volgend jaar weer op walvissen
Japan trekt zich terug uit de Internationale Walvisvaartcommissie (IWC) en begint in juli volgend jaar weer met de commerciële jacht op walvissen. Dat heeft een woordvoerder van de Japanse regering bekendgemaakt.
Volgens de regering is de walvissenpopulatie voldoende hersteld om commerciële jacht weer mogelijk te maken. Die zal niet plaatsvinden in het Zuidpoolgebied, maar alleen in de Japanse territoriale en economische wateren. Walvisvlees geldt in het land als een delicatesse.
"Japan zegt dat er nu genoeg wetenschappelijk bewijs is dat er van bepaalde soorten voldoende zijn en dat commerciële jacht duurzaam kan worden uitgevoerd", zegt correspondent Kjeld Duits in het NOS Radio 1 Journaal.
Vorige week waren er al geruchten dat Japan de IWC zou gaan verlaten om weer commercieel te kunnen jagen. Greenpeace in Nieuw-Zeeland noemde dat meteen al "een grote fout die niet strookt met de rest van de wereld".
'Wetenschap'
Tokio klaagt al langer over de IWC. De organisatie zou zich te veel bezig houden met de bescherming van walvissen, terwijl de commissie juist was opgericht om walvisbestanden te behouden en ze duurzaam te gebruiken. Door het lidmaatschap van de IWC was Japan gedwongen zich te houden aan het verbod op de walvisjacht, maar dat heeft het nooit echt gedaan. De afgelopen tientallen jaren werden nog wel walvissen gevangen, maar dat was onder het mom van 'wetenschappelijk onderzoek'.
"Commerciële jacht mocht al niet meer sinds de jaren 80", zegt Duits. "Maar volgens de IWC-regels moesten de walvissen die voor wetenschappelijke doeleinden werden gevangen, zo volledig mogelijk worden verwerkt. Walvisvlees werd in Japan dus gewoon verkocht in supermarkten en restaurants. Milieuorganisaties als Sea Shepherd en Greenpeace zeiden dat Japan zo misbruik maakte van de regels."
Er werd ook gejaagd bij Antarctica, totdat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag in 2014 oordeelde dat de Japanse walvisjacht geen wetenschappelijk doel diende. Daarmee werd het vangen van walvissen in het Zuidpoolgebied verboden. Japan hield zich daar één jaar aan, maar hervatte toen de jacht met een vangst van 333 walvissen per jaar.
Daar lijkt nu toch verandering in te komen. "Japan heeft bekendgemaakt dat men gaat stoppen met het vangen van walvissen op het zuidelijk halfrond. Sea Shepherd sprak in een persbericht van 'een overwinning'. Volgens die organisatie is het nu mogelijk in de zuidelijke oceaan een walvisreservaat op te zetten."
Noorwegen en IJsland
Het plan om weer te beginnen met de commerciële jacht komt volgens Duits uit de koker van de conservatieve vleugel van de Japanse regering. "Het heeft waarschijnlijk met trots en nationalisme te maken."
Niet alleen Japan jaagt straks weer op walvissen, ook Noorwegen en IJsland negeren het wereldwijde verbod op commerciële walvisvaart. Noorwegen vangt jaarlijks 1300 walvissen en IJsland jaagt na een pauze van twee jaar weer op vinvissen. Deze soort wordt door verschillende natuurorganisaties aangemerkt als bedreigde diersoort.
Mogelijk is het Japanse besluit ook een onderhandelingstactiek, denkt Duits. "IJsland is in het verleden uit de IWC gestapt en later weer lid geworden. Het land kreeg toen een uitzonderingspositie en mocht een bepaald aantal walvissen vangen. Misschien probeert Japan ook zoiets voor elkaar te krijgen."