Praten met Kim is zinloos, zegt deze Noord-Koreaanse ex-inlichtingenexpert
De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un lijkt in 2018 haast getransformeerd tot vredesduif. Oorlogstaal, raket- en kernproeven maakten plaats voor historische handdrukken en omhelzingen. In juni was de blik van de wereld gericht op Singapore, waar Kim topoverleg voerde met de Amerikaanse president Trump. Er werden vage beloftes gedaan over samenwerking, vrede en 'denuclearisatie'.
Maar denk niet dat daar iets van terechtkomt, waarschuwt de gevluchte Noord-Koreaan Jang Jin-sung. "Het is een nieuwe stap in het bedrog", zucht de voormalig contraspionagespecialist.
Nadat hij was overgelopen, was Jang jarenlang Noord-Korea-expert voor de Zuid-Koreaanse overheid. Vanuit deze unieke achtergrond blikt hij op verzoek van de NOS terug op dit bijzondere jaar voor de twee Korea's.
"Noord-Korea doet alleen diplomatie uit eigenbelang van de elite", begint hij. "Het is geen normale staat, maar een soort sekte die draait om de verheerlijking van een haast religieuze leider. We weten dat Kim een dictator is die zijn volk bruut onderdrukt. Maar deze fundamentele onderwerpen worden vermeden in alle gesprekken."
Allereerst het goede nieuws: marktwerking krijgt een steeds grotere rol in de DPRK (de officiële afkorting voor het communistische land). Die verandering maakt de 25 miljoen inwoners zelfbewuster én iets minder afhankelijk van de staat, betoogt Jang.
"Toen het nationale distributiesysteem nog werkte, bestond het concept van individualisme simpelweg niet." De opkomst van de (zwarte) markt heeft dit voorgoed veranderd. "Het laat de Noord-Koreanen zien dat er grenzen zijn aan wat het regime kan beheersen."
De levensstandaard voor de gemiddelde inwoner van de hoofdstad Pyongyang is de laatste jaren verbeterd. In de rest van het land is daar minder van te merken.
Ondanks deze kleine vooruitgang vormen repressie en indoctrinatie volgens de VN nog steeds de fundamenten van de Noord-Koreaanse samenleving. Naar schatting 130.000 mensen zitten vast in werk- of strafkampen. Kritische burgers krijgen te maken met marteling, verkrachting, uithongering, dwangarbeid en executies.
BBC Korea
De wereld moet volgens Jang proberen in contact te komen met de bevolking. "Ze moeten weten dat ze niet vergeten worden." Hij geeft als praktisch voorbeeld de lancering van een Koreaanstalige BBC-radiozender. Die is ook te ontvangen in Noord-Korea en geeft de inwoners een alternatief voor de propaganda van de overheid.
Over de toenaderingsstrategie van de Zuid-Koreaanse president Moon is Jang niet te spreken. Hij kan niet bevatten dat er wéér is gekozen voor een softe aanpak. Hoewel dit in het verleden volgens Korea-analisten juist averechts heeft gewerkt.
"Er was een kritiek punt in het verleden dat veel Noord-Koreanen ontevreden waren over Kim Jong-il. Er was zelfs protest in bepaalde regio's." Maar door de noodhulp van de Zuid-Koreaanse regering kon Kim in het zadel blijven.
De dichter vreest dat de toenadering van Moon het goedwerkende effect van de zware sancties tegen Noord-Korea afzwakt. Ondanks alle gesprekken met Pyongyang is er van ontmanteling van kernwapens nog geen enkele sprake. Niet voor niets is de populariteit van de Zuid-Koreaanse president het laatste halfjaar flink gedaald.
'Hypocriete aanpak'
"President Moon is nota bene voormalig mensenrechtenadvocaat", zegt Jang. "Het is belangrijk dat hij de pijn van de Noord-Koreanen bespreekt, maar dat doet hij helemaal niet. Moon toont zelfs waardering voor Kim alsof het een echte leider is. Die hypocriete aanpak is heel erg problematisch, want het helpt het regime alleen maar verder in het zadel."
Drie keer hebben Moon en Kim-Jong-un elkaar in 2018 ontmoet. De eerste keer was in april: toen staken ze gebroederlijk, hand in hand, de zwaarbewaakte grens over. Voor het eerst was een Noord-Koreaanse leider in het Zuiden:
Veertien jaar eerder stak Jang de grens over met China - rennend over een bevroren rivier en wegduikend voor de kogels van Noord-Koreaanse grenswachten. "Mijn hart bonsde met elke stap en het ijs kraakte onder mijn voeten", schrijft hij in zijn boek Dear Leader (2014).
In zijn hoofd droeg Jang belangrijke staatsgeheimen met zich mee. Hij claimt toegang te hebben gehad tot de persoonlijke archieven van de Kim-dynastie. Zo wist hij bijvoorbeeld hoe Kim Jong-il de macht van zijn vader had overgenomen na een interne machtsstrijd. Toen de contraspionagespecialist een 'verboden' document was kwijtgeraakt, vreesde hij voor zijn leven en besloot te vluchten.
Maandenlang was de overloper voortvluchtig in China. Uiteindelijk bereikte hij de Zuid-Koreaanse ambassade in Peking en vloog hij naar Seoul.
Jang is een van de ruim 30.000 Noord-Koreanen die leven in het Zuiden. Het communistische regime heeft hem openlijk bedreigd. Vanwege de constante dreiging van een moordaanslag wordt de dissident 24/7 bewaakt.
Het is een lichtpuntje dat Pyongyang, na jarenlange isolatie en oorlogsdreiging, in ieder geval weer praat met de buitenwereld. Dat was vorig jaar nog ondenkbaar, maar volgens Jang moeten we er niet te veel van verwachten: "De eerste gesprekken kunnen nuttig zijn geweest om elkaars positie beter te begrijpen. Maar het is zeer onwaarschijnlijk dat verdere gesprekken enig effect hebben. Ontmanteling van kernwapens is alleen mogelijk als het regime valt."
De mensen die het bangst zijn voor een kernoorlog, zijn de leiders van Noord-Korea.
Vrijwel alle andere Korea-watchers en -experts wijzen erop dat de Kim-dynastie nooit zijn kernwapens zal opgeven. In november dreigde Noord-Korea om het atoomprogramma weer te hervatten als de VS economische sancties niet opheft. Deze week nog eiste het regime ook dat de VS eerst "zijn nucleaire dreiging" moet staken voordat het zijn kernkoppen opgeeft.
Keiharde sancties zijn volgens Jang de enige manier om het regime op de knieën te krijgen. En dan moeten alle betrokken landen de druk erop houden - ook China, de belangrijkste handelspartner van Noord-Korea. Want juist door de internationale onenigheid heeft de dictatuur het zo lang vol kunnen houden. "Alle partijen moeten meedoen, anders werkt het niet."
De kans dat Pyongyang de atoombommen overigens echt gebruikt, is volgens Jang klein. "De mensen die het bangst zijn voor een kernoorlog, zijn de leiders van Noord-Korea. Omdat ze de rijkste mensen zijn en genieten van allerlei privileges. Daarom denk ik dat de kans dat Noord-Korea zelf een kernoorlog begint héél erg klein is."