28 jaar geëist voor moord op Reduan B., broer van kroongetuige Nabil B.
Het Openbaar Ministerie eist 28 jaar cel tegen Shurandy S. voor het doodschieten van Reduan B. (41), de broer van kroongetuige Nabil B. Op de zitting weigerde S. vandaag de opdrachtgevers voor de moord te noemen, wel gaf hij toe Reduan B. te hebben vermoord.
Volgens S. (40) wist hij niet dat zijn doelwit de broer van een kroongetuige van justitie was. Wat hij zou hebben gedaan als hij dat wel had geweten, wilde S. niet beantwoorden. Volgens de officier is de moord zonder twijfel een reactie op de deal die Nabil B. met het OM sloot.
Reduan B. werd dit voorjaar in Amsterdam-Noord doodgeschoten in zijn beletteringsbedrijf bij de NDSM-werf. Een week voor de moord was de afspraak tussen B. en het OM bekend geworden. B. getuigt in de drugsoorlog in de Amsterdamse onderwereld. Hij meldde zichzelf omdat hij zich bedreigd voelde.
'Aanslag op de rechtsstaat'
"Een pittige eis", zegt NOS-verslaggever Jozephine Trehy, die bij de rechtszitting aanwezig was, bij EenVandaag op NPO Radio 1. "Voor een enkelvoudige liquidatie wordt normaal gesproken een celstraf van vijftien tot twintig jaar geëist."
De persofficier lichtte de eis toe. "Er is uitdrukkelijk rekening gehouden met de gruwelijke gevolgen voor de nabestaanden. Verder zien we dit als een aanslag op de rechtsstaat, omdat hier een onschuldige burger is doodgeschoten uit wraak omdat zijn broer wilde meewerken aan een justitieel onderzoek."
S. bekende eerder Reduan B. te hebben vermoord. Hij herhaalde op de zitting dat hij niet wist dat het om de broer van een kroongetuige ging. "S. zei dat hem 100.000 euro is geboden om de moord te plegen en dat hij er slecht aan toe was in die periode", zegt Trehy. "Zo had hij een cocaïneverslaving en ernstige privéproblemen."
De familie van het slachtoffer was niet aanwezig bij de zitting. Wel gaven de twee zussen van Reduan B. en zijn ex-vrouw een slachtofferverklaring via een audioverbinding. "Ze vertelden dat Reduan altijd al tegen de kroongetuige-rol was voor zijn broer. Hij vreesde voor de veiligheid van de familie."
Volgens de nabestaanden was de overheid traag met het regelen van beveiliging en besloot het OM zelf de kroongetuigendeal eerder bekend te maken dan gepland.