NOS Sport

Leeftijd telt niet voor Martina: 'Ik blijf voor altijd 29'

Sprinter Martina: 'Ik wil bewijzen dat ik nog meer in me heb'

De opwinding over de hereniging van sprinttrainer Bart Bennema en wereldkampioene Dafne Schippers gaat voor een groot deel aan Churandy Martina voorbij. De Nederlandse recordhouder op de 100 en 200 meter, sinds het najaar van 2017 trainend onder Bennema, maakt zich er niet druk om.

"Het gaat er niet om of ik het goed vind of niet. Het is gewoon zo. Alles gaat gewoon door", is het relaxte antwoord op de vraag wat de positiefste man van Nederland denkt van de komst van Schippers in zijn trainingsgroep. "Het is gewoon zo. Ik kan er niets aan doen. Rana Reider is weg, zij is bij ons. Dat is goed voor haar en de hele groep."

Vertrek Reider

Schippers moest op zoek naar een nieuwe trainer, nadat de Amerikaan Reider begin november om privéredenen had besloten terug te keren naar zijn geboorteland.

Bennema, die Schippers acht jaar begeleidde en naar de wereldtop bracht, werd door de Atletiekunie vooruitgeschoven de klus op zich te nemen. "We kunnen er allemaal van profiteren", stelt Martina, in november voor de tweede keer uitgeroepen tot meest positieve bekende Nederlander.

In het Turkse Belek, waar de Nederlandse atletiekploeg zich tot afgelopen zaterdag op het nieuwe seizoen voorbereidde, trainden Martina en Schippers naast elkaar onder toeziend oog van Bennema. De twee vedetten van de sprint kenden allebei een moeizaam 2018 en hopen dat de grote vorm er volgend jaar weer zal zijn.

Ouder worden

De 34-jarige Martina gaat in elk geval uit van een mooi, nieuw atletiekjaar. "De mensen denken dat ik ouder word, maar ik voel me gewoon heel jong. Ik blijf 29 voor altijd", blikt hij met zijn bekende glimlach op het gezicht vooruit. "Ik weet dat ik nog harder kan. Ik moet alleen fit zijn bij de wedstrijden om dat te bewijzen, want daar moet je het doen."

Churandy Martina gaat lachend door het leven

Dat hij in 2018 niet top was, kwam door een vervelende blessure. De forse kracht op de achillespees en de aanhechting aan het bot zorgden voor een slepende pijn. Inmiddels is hij weer fit. "Het is nu goed, maar we moeten het blijven behandelen. Ik hoop volgend jaar blessurevrij te blijven. Dan kan ik gewoon lekker hard lopen", zegt de Antilliaan, die al in 2003 op de WK in Parijs tussen de mondiale sprinttop stond.

Vijfde Olympische Spelen

Inmiddels is hij vier Olympische Spelen verder en gaat hij vanaf komend seizoen op jacht naar een vijfde olympisch startbewijs. In zijn eerste jaar onder Bennema heeft hij veel geleerd. "Mijn start is onder Bart veel beter geworden. Soms vindt hij dat ik meer kan doen. In het krachthonk bijvoorbeeld. Hij ziet dingen en zegt meteen wat. Hij is duidelijk."

Onder Bennema moeten de vijfde Spelen haalbaar zijn. En hij is in 2020 in Tokio niet van plan een bijrol te spelen. Op de 100 of 200 meter, of beide. De 200 meter ligt hem doorgaans beter. "Maar ik kan niet kiezen. Ik wil ook niet kiezen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl