Honderden militairen Nigeria gedood: waarom Boko Haram nog niet verslagen is
Sinds afgelopen zondag zijn tientallen Nigeriaanse militairen gedood; in de afgelopen maanden waren het er honderden. De islamitische terreurgroep Boko Haram blijft in Noordoost-Nigeria en daarbuiten dood en verderf zaaien.
Dat is opvallend, want toen Muhammadu Buhari in 2015 Goodluck Jonathan opvolgde als president van Nigeria beweerde hij dat Boko Haram zo goed als verslagen was. Drie jaar later lijkt het geweld eerder op te laaien dan uit te doven. Hoe zit dat?
"Boko Haram heeft wel veel gebied verloren, maar is nooit echt verslagen", legt NOS-correspondent Koert Lindijer uit. "Sinds een jaar of drie, ongeveer sinds Buhari aan de macht is, verliezen ze steeds meer terrein en inmiddels hebben ze geen steden meer in handen. Maar tussen de steden blijven ze guerrilla-aanvallen uitvoeren. Ze zijn nog tot veel in staat."
Waar terreurgroep Islamitische Staat in Syrië en Irak is gemarginaliseerd, blijkt Boko Haram - dat in 2015 trouw zwoer aan IS - moeilijker te bestrijden. Dat heeft te maken met de voedingsbodem van het geweld, zegt Lindijer. "Het noordoosten is sinds de onafhankelijkheid van de Britten in 1960 enorm achtergesteld ten opzichte van de rest van het land. Het gebied is extreem arm en een makkelijke prooi voor extremisten. De overheid heeft er duidelijk gefaald", zegt Lindijer.
Bovendien is militaire overheersing niet de oplossing voor het probleem. "Het is moeilijk om in zo'n ruw gebied met alleen militaire middelen een opstand te bestrijden. En tegelijkertijd kun je nauwelijks aan ontwikkelingswerk doen als er een gewapend conflict is", verklaart hij de impasse.
Vergeet niet dat veel mensen zich ook vrijwillig bij Boko Haram hebben aangesloten.
Volgens Lindijer heeft de regering veel kansen laten liggen om met de bevolking te praten. "Mensen zijn boos over de corruptie onder bijvoorbeeld politieagenten. Ze geloven de beloften van de regering niet meer en voegen zich bij de gewapende opstand. Vergeet niet dat veel mensen zich ook vrijwillig bij Boko Haram hebben aangesloten."
De regering heeft het noordelijke deel van het land economisch en educatief betrekkelijk verwaarloosd, zegt ook Jan Abbink. Hij is als hoogleraar verbonden aan het African Studies Centre van de Universiteit Leiden. "Militair kan Boko Haram nooit winnen, maar omdat het noorden van het land achtergesteld is, kan de groep een voedingsbodem blijven behouden. Ook is het een zeer flexibele, mobiele beweging, die zich kan opdelen en geografisch kan verspreiden."
Alsof de strijd tegen Boko Haram op zichzelf al niet moeilijk genoeg is, is het regeringsleger intern sterk verdeeld. "Het leger is ook aangetast door corruptie; er zijn gevallen van militairen die wapens verkopen aan rebellen, inclusief de islamisten", zegt Abbink. Het land is nog altijd een van de meest corrupte landen van Afrika, zegt hij. "Ze noemen het niet voor niets een successful failed state. Een staat die zó corrupt is dat het op een vreemde manier werkt. Chaos en wanbeleid zijn als het ware geïnstrumentaliseerd."
Ideologisch conflict
Toch is het islamitische verzet van Boko Haram ook sterk ideologisch, zegt Abbink. "Net als Al-Shabaab in Somalië, houdt Boko Haram in Nigeria de bevolking met radicaal islamisme in de greep. Het is niet zomaar een niet-ideologische groep misdadigers. Het is een zeer overtuigde, radicale islamistische beweging die zich als goede moslims ziet en zich voortdurend op de Koran beroept."
Die ideologie blijkt alleen al uit de naam, zegt hij. "Boko Haram is een scheldterm die zoveel wil zeggen als: 'westerse educatie is zondig', hoewel boko letterlijk fraude of bedrog betekent. Maar wat vaak vergeten wordt is dat de werkelijke naam van de organisatie, Jama'atu ahlis sunna lidda'awati wal-jihad, betekent: 'Associatie van (moslim-)gelovigen gewijd aan geloofsverspreiding en jihad'."
Het zit ergens tussen een zuiver terroristische groep en een verzetsbeweging die religieuze idealen had in.
De regering heeft ook een kwalijke rol gespeeld door ongrondwettelijke maatregelen in de noordelijke staten door de vingers te zien. "Delen van het noorden voerden deels de sharia in, terwijl dat in strijd is met de Nigeriaanse grondwet", zegt Abbink. "De regering liet de radicalisering oogluikend toe. Dat heeft heel slecht uitgepakt voor het land."
Intussen heeft de strijd zich ook tot buiten Nigeria verplaatst. De groep zit allang niet meer alleen in de staat Borno, in het noordoosten van Nigeria: buurlanden Kameroen, Tsjaad en Niger hebben ook te maken met Boko Haram-geweld. Met die landen werkt de Nigeriaanse regering samen om de terreurgroep te bestrijden.
Vooral rond het Tsjaadmeer, waar de landsgrens tussen Tsjaad en Kameroen doorheen loopt, houdt de terreurgroep zich schuil. "Daar kunnen ze zich terugtrekken als de grond in Nigeria hen te heet onder de voeten wordt", zegt Abbink.
Februari volgend jaar zijn er presidentsverkiezingen in Nigeria en Buhari zal voor een herverkiezing gaan. "Dat Boko Haram nog steeds niet verslagen is, wat hij talloze keren heeft beweerd, zal hij moeten uitleggen. Dat wordt een pijnlijk verhaal", zegt Lindijer.
"Om Boko Haram werkelijk te bestrijden zal de regering economisch moeten investeren en voor goed algemeen onderwijs moeten zorgen in het noorden", zegt Abbink. "Het gebrek aan goed onderwijs heeft de islamistische agenda in de kaart gespeeld. Dus naast militaire beheersing van het conflict moet men hervormingen stimuleren en meer politieke en economische invloed gaan uitoefenen in de regio."
De noordelijke staten moeten volgens hem het gevoel krijgen écht deel te zijn van Nigeria. "Het conflict moet militair in de hand worden gehouden, maar de regering zal die staten een handreiking moeten doen."