'Het leek een schatkaart', Feticu ging op jacht naar een Picasso
"Ik krijg kippenvel als ik het vertel." Schrijfster Mira Feticu is terug op haar hotelkamer in Boekarest, een paar uur nadat ze een tekening verpakt in plastic heeft opgegraven, mogelijk Picasso's Tête d'Arlequin, in 2012 gestolen uit de Kunsthal in Rotterdam.
"Misschien is het een grap, misschien ook niet. Voor mij was het een avontuur", zegt Feticu. "Het was alsof we een schatkaart hadden gekregen."
Het avontuur begon anderhalve week geleden, toen Feticu een brief kreeg toegestuurd, zegt ze via Skype tegen verslaggever Nicole le Fever. "Iemand schreef in het Roemeens dat hij het zat was om het schilderij te bewaken. Hij noemde Picasso en liet twee foto's zien waar het schilderij zou liggen."
Bij de roof werden zeven werken gestolen, onder meer twee Monets, een Gauguin en een Matisse. Twee Roemenen werden veroordeeld tot celstraffen van ruim 6 en 5 jaar. De doeken zijn nooit teruggevonden, een deel werd verbrand.
Feticu, afkomstig uit Roemenië en woonachtig in Nederland, schreef een boek over de zaak. Het werd eerder dit jaar uitgebracht in haar geboorteland, waar ook de daders vandaan komen. Ze denkt dat de tipgever haar daarom heeft geschreven.
"Ik geloofde het eerst niet", zegt ze over de brief. "Ik geloofde het voor 1 procent, maar ik vond het toch belangrijk om te checken. Als een don quichot. Als je zo'n kans krijgt, moet je het checken."
Een gok
In eerste instantie nam ze contact op met de politie in Nederland. Een rechercheur die aan de zaak had gewerkt beloofde terug te bellen, maar dat gebeurde niet. "Toen dacht ik: ik moet iets doen."
Bang om sporen te vernietigen was ze niet. "De politie had geen tijd blijkbaar. Wij geloofden ook niet dat we iets zouden vinden. Het was een gok."
Ik had geen geduld. Ik ging gewoon graven.
Samen met collega Frank Westerman reisde ze af naar de omgeving van het dorp Greci. "Het was moeilijk om er te komen. Het was 450 meter van de weg, in de bosjes. Achter een oude boom stond een andere boom met een rood stempel. Daar zou onder een steen het schilderij liggen."
Op weg naar Greci kochten Feticu en Westerman scheppen. "We dachten dat we de hele dag moesten graven." Dat bleek mee te vallen, het pakketje lag maar onder een laagje aarde. "Ik was met een stokje gaan graven, want ik had geen geduld. Ik vond het zo belangrijk dat ik gewoon ging graven."
Op beelden die Westerman maakte van het moment is te zien hoe Feticu enthousiast het plastic pakketje oppakt. "We hebben hem gevonden!"
Of het echt om de gestolen Picasso gaat, moet het onderzoek uitwijzen. "Ik heb geen idee, ik ben geen expert, ik ben geen kubist. Ik kan het alleen vergelijken met een kopietje dat we hebben gemaakt."
De Kunsthal is nog niet officieel op de hoogte gesteld van de vondst. Een woordvoerder noemt het "fantastisch nieuws" als het waar is, en "volgt de ontwikkelingen nauwgezet".
Feticu heeft de pastelkrijttekening gisteravond overgedragen aan het Roemeense Openbaar Ministerie. Vandaag neemt ze de politie mee naar de vindplek.
Voor Feticu maakt het verdere onderzoek haast niets meer uit. "Het voelt goed. Misschien hebben we ons belachelijk gemaakt en is het geen Picasso, maar voor mij is het een Picasso omdat ik in het verhaal geloof. Ik hoop dat we iets kunnen teruggeven aan jullie, aan Nederland, aan iedereen eigenlijk."