'Mensen denken recht te hebben op een rijtjeshuis met tuin, dat moet anders'
Laura Steenbeeke en Jorn Kompeer
redacteuren Binnenland
Laura Steenbeeke en Jorn Kompeer
redacteuren Binnenland
215 meter hoog, met bijna 60 verdiepingen. De nieuwe Zalmhaventoren in Rotterdam is over drie jaar de hoogste woontoren van Nederland. In het gebouw komen vooral woningen en kantoren, maar ook een restaurant en een club. Vandaag gaat de eerste paal van het complex de grond in.
Dat de Zalmhaventoren in Rotterdam verrijst, is niet verrassend. Wat al in 1898 begon met het Witte Huis - jarenlang het hoogste kantoorgebouw van Europa - is inmiddels uitgegroeid tot een skyline met meer dan 20 gebouwen die hoger zijn dan 100 meter. En die skyline blijft de komende jaren in ontwikkeling: naast de nieuwe Zalmhaventoren staan in de stad nog meer bouwprojecten gepland die flink de hoogte in gaan.
Hoe hoog is de nieuwe Zalmhaventoren straks, ten opzichte van andere hoge constructies en gebouwen in Nederland? Scroll door de afbeeldingen hieronder, om daar achter te komen:
Rotterdam is niet de enige stad waar in de hoogte bouwen steeds gewoner wordt. Zo maakte Den Haag vorige week bekend hoge woontorens rondom de stations Hollands Spoor, Den Haag CS en Laan van NOI te gaan bouwen. En ook in Amsterdam en Utrecht wordt steeds vaker hoog gebouwd.
Maar ook buiten de vier grote steden gebeurt van alles. Eindhoven en Emmen zijn bezig met het bouwen van woontorens. Zo moet in de Drentse stad een woontoren van 65 meter komen. Weliswaar niet zo hoog als de Zalmhaventoren, maar toch bepalend voor de skyline van zo'n middelgrote stad.
Oplossing voor de woningnood?
Veel steden zien de hoogbouw als een oplossing voor de woningnood. Vooral woningzoekende starters zouden hun intrek kunnen nemen in de appartementen. Zo komt er in Utrecht een groot appartementencomplex naast het Centraal Station.
Hoogbouw heeft meerdere voordelen, vertelt planoloog Jeroen Niemans. "Woontorens zorgen voor energiebesparingen en helpen om investeringen in het openbaar vervoer rendabel te maken. Zo zie je dat veel nieuwbouwprojecten dicht bij stations liggen en niet meer werken met eigen parkeerplaatsen, maar met deelauto's."
Tegelijkertijd kleven er ook nadelen aan hoogbouw. Grote torens zorgen voor valwinden langs het gebouw, voor fietsers is dat soms knap lastig. Ook werpen de torens grote schaduwen over steden en zien sommige mensen ze als landschapsvervuiling.
Niemans begrijpt de bezwaren, maar er is soms toch wat aan te doen. "Valwinden kun je bijvoorbeeld voorkomen door meerdere torens strategisch ten opzichte van elkaar te plaatsen. En schaduwen heb je altijd, ook bij gebouwen van vijf meter hoog."
Niet alleen starters, ook gezinnen
De woontorens lijken dus een oplossing voor de woningnood, maar, waarschuwt Niemans, om die op te lossen moeten gemeenten niet alleen starters naar de woontorens lokken, maar ook gezinnen. "Als het doel is van de torens om juist niet uit te breiden aan de randen van steden maar de hoogte in te bouwen, moet je die 'vinex-gezinnen' ook de hoogbouw in krijgen. Zo gaan woontorens de vinex-wijken beconcurreren en hoef je als gemeente niet verder uit te breiden aan de 'groene' randen van de stad."
Daarom zouden gemeenten volgens de planoloog bij de bouw van dit soort complexen ook rekening moeten houden met gezinnen. Zo kunnen dakterrassen en plantsoenen fungeren als tuinen.
"Maar daarvoor is wel een heel andere manier van denken nodig", zegt Niemans. "Veel mensen denken nu nog vaak recht te hebben op een rijtjeshuis met een parkeerplaats voor de deur. Daar moeten we anders over gaan denken."