'Russische spionnen op doorreis tegengehouden in Den Haag'

Westerse inlichtingendiensten hebben dit voorjaar voorkomen dat twee Russische spionnen een Zwitsers laboratorium hebben gehackt. Dat schrijven NRC Handelsblad en de Zwitserse krant Tages-Anzeiger.

In het laboratorium in Spiez werd onderzoek gedaan naar gifgasaanvallen in Syrië die aan Ruslands bondgenoot Assad werden toegeschreven en naar de aanslag met gifgas in maart op de voormalige Russische dubbelspion Skripal in het Britse Salisbury.

De Russische spionnen zouden zijn tegengehouden in Den Haag, toen ze op weg waren naar Zwitserland. Dat was het resultaat van samenwerking tussen verschillende inlichtingendiensten, waaronder de Nederlandse Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Die laatste dienst geeft vanavond geen commentaar op het nieuws.

Speciale apparatuur

Bronnen vertelden de kranten dat de twee Russen voor de militaire inlichtingendienst GROe werken en apparatuur bij zich hadden om in te breken op het computernetwerk van het laboratorium in Spiez. Dat is gespecialiseerd in onderzoek naar nucleaire, biologische en chemische wapens. Het Zwitserse Openbaar Ministerie zou al in maart 2017 een strafrechtelijk onderzoek tegen hen zijn begonnen, vanwege spionage.

Premier Rutte maakte in maart bekend dat twee Russische inlichtingenmedewerkers die op de Russische ambassade in Den Haag werken, waren uitgezet. Dat zou een reactie zijn geweest op de gifgasaanval op Skripal. Volgens NRC is het onduidelijk of het om de twee ontmaskerde hackers gaat. Ook andere EU-lidstaten zetten vanwege de zaak-Skripal Russische diplomaten uit.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl