Nederlandse kippen hebben het beetje beter, buitenland wil nog plofkip
Danny van Zeggelaar
redacteur Online
Danny van Zeggelaar
redacteur Online
Er zijn steeds minder plofkippen in Nederland. Uit onderzoek van de Wageningen University in opdracht van Wakker Dier blijkt dat ruim 30 procent van de pluimveebedrijven de afgelopen zeven jaar is overgestapt op een ander kippenras, dat langzamer groeit en niet het predicaat 'plofkip' draagt.
Supermarkten hebben sinds een paar jaar een nieuw soort kippenras in de schappen liggen. Bij Jumbo heet die kip bijvoorbeeld de 'Nieuwe Standaard Kip', Albert Heijn heeft 'de nieuwe AH-kip'. Het zijn geen kippen die het predicaat 'scharrelkip' of 'biologisch' mogen dragen, maar de dieren hebben wel meer ruimte, groeien langzamer en leven langer. Ze leven gemiddeld 47 tot 49 dagen, de kip die gezien wordt als plofkip zo'n 42 dagen.
Trager ras
"Alle supermarkten zijn overgestapt op een trager groeiend ras, dus voor het overgrote deel van de Nederlandse consumptie zit het wel goed", zegt Anne Hilhorst van Wakker Dier.
Volgens onderzoekster Ferry Leenstra van de Wageningen Universiteit gaat het inderdaad een stuk beter. "De kippen hebben in hun hele, overigens vrij korte, leven minder problemen dan in 2011", zegt ze op NPO Radio 1. "We hebben toen in opdracht van het ministerie bekeken hoe het met het ongerief van vleeskippen zat. Dat hebben we nu opnieuw onderzocht. En we zien duidelijk verbetering. Daar hebben boeren, actiegroepen en de overheid samen voor gezorgd."
In 2011 hadden de kippen vooral problemen met hun poten en gewrichten. Leenstra: "En ze hadden frustratie door verveling. Dat is allemaal verbeterd."
Voetzweren
Toch is Wakker Dier nog niet helemaal tevreden. 70 procent van de Nederlandse productie gaat naar het buitenland. "Daarvan is het grootste deel plofkip", zegt Hilhorst. "De 'betere' kip eten we hier vooral in Nederland. De buitenlandse productie gaat vooral om de prijs."
15 tot 20 procent van de kippen lijdt aan voetzweren, zo'n 50 miljoen dieren. Ook dat is een flinke daling ten opzichte van 2011. Toen had nog 50 procent van de kippen last van zogenoemde 'ernstige voetzoollaesies', een aandoening aan de poten. Bij kippen die vallen onder het Beter Leven-keurmerk of het biologisch-predicaat is het percentage voetzweren zelfs al onder de 10 procent.
Hilhorst hoopt dat alle kippen in Nederland straks minimaal 1 ster Beter Leven-keurmerk hebben. "Dat is realistisch", vindt ze. "Het is wat duurder, maar consumenten willen betalen als ze het vertrouwen. Al het varkensvlees is al één ster. Het kan en mensen staan er voor open."