Voorzitter Duitse voetbalbond: 'Herken me niet in beschuldigingen Özil'
Het doet de voorzitter van de Duitse voetbalbond (DFB), Reinhard Grindel, pijn dat hij door Mesut Özil is beschuldigd van racisme. Dat zegt hij in een verklaring op de website van de DFB.
Het is voor het eerst dat Grindel van zich laat horen nadat Özil bekend had gemaakt te stoppen als Duits international wegens racisme.
"De waarden van de Duitse voetbalbond zijn ook mijn waarden. Diversiteit, solidariteit, non-discriminatie en integratie: het zijn allemaal waarden en overtuigingen die mij na aan het hart liggen", aldus Grindel.
Geen racisme
"Natuurlijk vraag ik mezelf af wat ik beter had kunnen doen. Maar ik geef openlijk toe dat deze persoonlijke kritiek mij heeft geraakt. En misschien vind ik het nog wel vervelender voor alle vrijwilligers en werknemers die aan de basis staan van de DFB. Ik wijs het beslist af dat wij in verband worden gebracht met racisme."
Ophef
De 29-jarige Özil meldde zondag dat hij zich niet langer beschikbaar stelt voor het Duitse elftal. Aanleiding daarvoor was de ophef die was ontstaan nadat hij en collega Ilkay Gündogan voor aanvang van het WK op de foto waren gegaan met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.
De foto leidde tot een publiek debat en de vraag of de internationals wel mee moesten gaan naar Rusland. Na het WK laaide de discussie weer op. Özil zei daarop zich niet geaccepteerd te voelen binnen de Duitse maatschappij.
"Ik word behandeld als iemand die anders is. In de ogen van Grindel ben ik een Duitser als we winnen en een immigrant als we verliezen", zei Özil. "Ik wil niet langer als zondebok dienen voor zijn incompetentie en zijn onvermogen om zijn werk goed te doen."
Onaanvaardbaar
Grindel zegt in zijn verklaring ook dat hij, achteraf gezien, beter had moeten reageren op de discussie rond de foto. De DFB had daar ook vraagtekens bij gezet. "Ik betreur het dat dit werd misbruikt voor racistische leuzen. Terugkijkend had ik moeten zeggen wat vanzelfsprekend is voor mij als persoon: elke vorm van racistische vijandigheid is onacceptabel en onaanvaardbaar."