OPCW: chloorsporen gevonden na aanval in Douma in april
De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) heeft mogelijk bewijs gevonden dat er bij aanvallen op de Syrische plaats Douma begin april chloorgas is gebruikt. De aanvallen zorgden destijds voor internationale verontwaardiging en vergeldingsaanvallen op doelen in Syrië door de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Inspecteurs mochten zo'n twee weken na de aanvallen in Douma monsters nemen op de plekken waar de bombardementen waren. Op twee plekken hebben ze cilinders gevonden met chloorsporen, staat in een tussentijdse rapportage. De OPCW is nog bezig met het onderzoek en zegt dat het nog te vroeg is om conclusies te trekken. De onderzoekers hebben geen sporen van zenuwgas, zoals sarin, aangetroffen.
Veel burgerslachtoffers
Tientallen mensen kwamen om het leven bij de aanvallen in Douma, onder wie veel kinderen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO werden 500 mensen met symptomen van blootstelling aan gifgas in het ziekenhuis opgenomen.
Door de gebeurtenissen in Douma liepen de spanningen tussen het Westen en Assads bondgenoot Rusland behoorlijk op. Syrië en Rusland ontkennen dat er chemische wapens zijn gebruikt. Bij de vergeldingsaanvallen door de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werden een wetenschappelijk onderzoekscentrum en wapenopslagcentra bestookt in Damascus en Homs.