Koloniën van Weldadigheid (nog) geen werelderfgoed
Unesco heeft de nominatie van de Koloniën van Weldadigheid om werelderfgoed te worden voorlopig afgewezen. Volgens de Commissie voor het Werelderfgoed is de wens nog niet voldoende onderbouwd voor een toekenning van de beschermde status.
De Nederlandse plaatsen Veenhuizen, Frederiksoord, Wilhelminaoord, Willemsoord en Ommerschans en Wortel en Merksplas in België hoopten de erestatus ter veroveren met hun voormalige koloniën die bedoeld waren om armoede te bestrijden.
In het advies van Unesco staat dat er nog veel onduidelijk is over waarom de verschillende koloniën bij elkaar horen. Ook zijn er zorgen over latere aanpassingen die zijn gedaan aan de historische dorpsgezichten.
Volgend jaar weer
Voor de stuurgroep achter de nominatie is het geen nieuwe boodschap. Het invloedrijke adviesbureau van Unesco, Icomos, raadde in mei al aan alleen plaatsen te nomineren waar het dorpsgezicht nog grotendeels onveranderd was. De initiatiefnemers gingen daar niet in mee en stuurden hun oorspronkelijke idee alsnog in.
De afwijzing van Unesco is nog niet definitief. De commissie erkent dat de koloniën een bijzondere historische poging waren om armoede te bestrijden. Daarom wil het de stuurgroep een kans geven om de nominatie opnieuw te definiëren. Met aanpassingen zouden de Koloniën van Weldadigheid het volgend jaar opnieuw kunnen proberen.
Premier Geert Bourgeois van Vlaanderen schrijft op Twitter dat de erkenning door Unesco een "kers op de taart" zou zijn geweest. Hij heeft goede hoop dat de titel werelderfgoed later nog komt.
Gedeputeerde Cees Bijl van de provincie Drenthe, die voorzitter is van de Stuurgroep Koloniën van Weldadigheid, zegt tegen de Nederlandse Unesco Commissie dat er werk aan de winkel is. "We hebben in Bahrein veel landen kunnen overtuigen van de unieke waarde van dit erfgoed. Daarmee hebben we een belangrijke stap gezet."