Geen kinderen in kooien, maar wel kritiek op Nederlandse aanpak van migranten
Al dagenlang gaat het over de schrijnende situatie van kinderen die aan de Amerikaans-Mexicaanse grens zijn opgepakt toen ze met hun ouders illegaal de Verenigde Staten probeerden in te komen. De kinderen worden gescheiden van hun ouders en belanden in gure opvanglocaties of moeten naar pleeggezinnen, zolang er een uitzetprocedure loopt. Vandaag tekende president Trump een decreet om een einde te maken aan het scheiden van ouders en kinderen.
De kwestie roept de vraag op hoe Nederland eigenlijk omgaat met de kinderen van illegale immigranten. Kinderen worden hier in ieder geval niet zoals in de VS gescheiden van hun ouders en ze belanden ook niet in kooien. Wel is er alsnog scherpe kritiek op de opvang in Nederland.
7000 kinderen
Op dit moment zitten ongeveer 7000 kinderen met hun ouders in een asielzoekerscentrum, een gezinslocatie voor uitgeprocedeerde asielzoekers of in een andere vorm van asielopvang.
De situatie van de kinderen in de Verenigde staten is waarschijnlijk het best te vergelijken met de kinderen die in Nederland in de zogenoemde gezinslocaties zitten. In zo'n locatie komen ouders met kinderen terecht die niet in Nederland mogen blijven. Ze zaten meestal eerst in een azc, maar worden door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) overgeplaatst. Het gezin komt dus niet op straat volgens het COA, want kinderen mogen nooit dakloos worden is de regel in Nederland.
De zes gezinslocaties in Nederland zijn sober en bedoeld om het gezin voor te bereiden op terugkeer naar het land van herkomst. De volwassen gezinsleden moeten zich vijf keer per week melden. Wel kunnen kinderen er naar school. De leerplicht geldt voor alle kinderen, ze leren eerst voldoende Nederlands in een schakelklas.
In strijd met Verdrag voor de Rechten van het Kind
Toch is de situatie in de gezinslocaties verre van ideaal voor kinderen. Begin deze maand bleek uit onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van het COA en de Werkgroep Kind in azc, dat de situatie van kinderen in de gezinslocaties niet voldoet aan het internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind.
Zo zegt één op de drie kinderen in gezinslocaties zich er niet veilig te voelen. Volgens sommige ouders is het verblijf er zelfs traumatisch. Vaak moeten gezinnen de voorzieningen delen, is er weinig privacy en kunnen hulpverleners op ieder moment binnenlopen. Daar komt nog bij de dat de meeste gezinnen regelmatig moeten verhuizen.
Wel is het onderwijs op de gezinslocaties goed geregeld. 99 procent van de kinderen gaat er naar school en 80 procent van de ouders zegt tevreden te zijn over de school. De buitenschoolse activiteiten die voor jongeren worden georganiseerd zijn belangrijk om trauma's te verwerken, maar komen volgens het rapport niet goed uit verf.
Verder zegt twee derde van de voor het rapport geïnterviewde professionals dat er te weinig aandacht is voor de geestelijke gezondheidszorg op de gezinslocaties.
Opgesloten gezinnen
Niet opgenomen in het rapport is de gesloten gezinsvoorziening in Zeist. Daar komen gezinnen terecht die Nederland moeten verlaten, maar niet meewerken aan hun vertrek. Volgens de verantwoordelijke Dienst Terugkeer en Vertrek is alles in de gesloten gezinsvoorzieningen gericht op de behoeften en belangen van het kind. Er zijn speeltoestellen en een onderwijsruimte.
Maar gesloten betekent gesloten. De kinderen in de twaalf woningen mogen niet van het terrein af. Boodschappen moeten via een scherm worden besteld en het internet is beperkt. Wel geldt er net als in de gezinslocatie de leerplicht en is er dus onderwijs.