Geen #MeToo-onderzoek onder fractiemedewerkers Tweede Kamer
De Tweede Kamer ziet af van een onderzoek naar ongewenste omgangsvormen en seksuele intimidatie onder medewerkers van fracties. Dat heeft het Presidium besloten, dat de dagelijkse leiding heeft en bestaat uit Kamervoorzitter Arib en Kamerleden.
Kamervoorzitter Arib had in februari zo'n onderzoek aangekondigd naar aanleiding van de #MeToo-discussies. In maart zei ze bovendien dat er versneld onderzoek zou komen, nadat een geval van seksuele intimidatie van een GroenLinks-medewerker naar buiten was gekomen. Het onderzoek is afgeblazen omdat te veel fracties er niet aan wilden meedoen.
Partij is werkgever
Volgens NRC Handelsblad hadden vooral de VVD, PVV en de SP bezwaar. Het argument van die drie partijen is dat de fractiemedewerkers niet in dienst zijn van de Tweede Kamer. Hun werkgever is de politieke partij die hen heeft aangenomen. De partijen doen daarom liever zelf onderzoek.
Fracties die wel hadden willen meedoen aan het onderzoek, zoals het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie, zeggen dat ze de formele bezwaren begrijpen, maar vinden het thema zo belangrijk dat ze daar overheen waren gestapt.
SP, GroenLinks, D66 en VVD hebben nu plannen voor een eigen onderzoek. Het CDA en de ChristenUnie hebben daar volgens NRC nog geen besluit over genomen.
Werkbelevingsonderzoek
Kamervoorzitter Arib laat via een woordvoerder weten dat er onder ambtelijke medewerkers van de Tweede Kamer een werkbelevingsonderzoek komt. Het Presidium vindt dat het aan de fracties zelf is om ook een dergelijk onderzoek te doen.