'Voorwaardelijk vrijkomen lijkt cadeautje, maar dat begrijpen we verkeerd'

  • Mitchell van de Klundert

    redacteur Online

  • Mitchell van de Klundert

    redacteur Online

Wie een lange gevangenisstraf krijgt, moet niet meer vrijkomen na slechts twee derde van zijn straf te hebben uitgezeten. Dat is de kern van het wetsvoorstel dat minister Dekker voor Rechtsbescherming vandaag naar de Tweede Kamer stuurt voor goedkeuring.

Jan van Kleef, voorzitter van de Vereniging Ouders Vermoord Kind, is er tevreden mee. "Het is voor ons als nabestaanden onbegrijpelijk dat een straf wordt opgelegd, en dan niet op die wijze wordt uitgevoerd", zegt hij.

Daar is Jack Keijzer het volledig mee eens. Hij verloor elf jaar geleden zijn kind. Zijn 16-jarige zoon Pascal werd vermoord. "Waarschijnlijk ging het om wat drugsgedoe", vertelt Jack. "De hoofddader vond het nodig om Pascal in zijn hals te steken en vervolgens drie keer over hem heen te rijden met een auto."

Keijzer vertelt zijn verhaal:

'Goed voor de slachtoffers, goed voor de nabestaanden'

En die dader is inmiddels weer vrij. Hij kreeg een celstraf van vijftien jaar, maar was na negen jaar al buiten om te wennen. "Resocialiseren noemen ze dat. De vraag is alleen: moet iemand daar zo lang over doen? Kan dat niet gewoon in twee jaar tijd? Waarom moet een heel zware crimineel er zo lang over doen om een beetje te wennen?"

Het lijkt misschien ook logisch dat een crimineel zijn opgelegde straf helemaal uitzit, maar volgens Pauline Schuyt, hoogleraar sanctierecht en straftoemeting aan de Universiteit Leiden, is dat nu juist niet wat met deze wet wordt bereikt. "Deze wet kent alleen maar verliezers", zegt ze.

Nu bestaat het beeld dat gedetineerden lekker gemakkelijk vrijkomen na twee derde van hun straf. Terwijl dat niet het geval is.

Sjef van Gennip

Jaap Baar van de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten noemt het "een wetsvoorstel voor de bühne". De rechter zal hierdoor juist lagere straffen uitdelen, denkt hij. "Ik begrijp het sentiment van de slachtoffers, maar dit wetsvoorstel is een zwaktebod, ook voor de maatschappij."

En ook Sjef van Gennip, directeur van Reclassering Nederland plaats kanttekeningen bij het wetsvoorstel. "Nu bestaat het beeld dat gedetineerden lekker gemakkelijk vrijkomen na twee derde van hun straf, terwijl dat niet het geval is. Er zitten allerlei voorwaarden aan. Verder heeft het ook een reden dat ze na twee derde vrijkomen, namelijk om de samenleving te beschermen."

Het draait bij het nieuwe wetsvoorstel van minister Dekker allemaal om het laatste derde deel van een gevangenisstraf van straffen van meer dan twee jaar. Dat laatste van die zwaardere gevangenisstraffen is de zogenoemde 'voorwaardelijke invrijheidstelling'. Je zit dan niet meer in de gevangenis, maar er gelden wel voorwaarden.

Hoogleraar Schuyt somt een aantal mogelijke voorwaarden op: "Het kan zijn dat iemand een enkelband moet dragen, een gebiedsverbod krijgt, naar verslavingszorg of de reclassering moet. Het komt vrijwel niet voor dat iemand na twee derde van zijn straf vrijkomt, zonder aanvullende voorwaarden."

De voorwaardelijke invrijheidstelling wordt vaak een cadeautje genoemd. Maar dat begrijpen we echt verkeerd, zegt Schuyt. "Bij een gevangenisstraf draait het er uiteindelijk om dat iemand na zijn straf gecontroleerd kan terugkeren in de samenleving. Daarom ben je in dat laatste deel van je straf wel buiten, maar niet helemaal vrij."

Een voorbeeld van de wet zoals die nu is: als iemand wordt veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf, dan zit die persoon acht jaar vast. De laatste vier gaat het om voorwaardelijke invrijheidstelling. De persoon is dus in vrijheid, maar met voorwaarden. Wat die voorwaarden zijn, bepaalt het OM.

Minister Dekker wil de voorwaardelijke invrijheidstelling in de nieuwe wet beperken tot twee jaar. In het voorgaande voorbeeld zou dat betekenen dat de persoon tien van de twaalf jaar achter de tralies doorbrengt en de laatste twee jaar in voorwaardelijke invrijheidstelling is.

Hoe langer je vastzit, hoe moeilijker de terugkeer in de samenleving is.

Pauline Schuyt

De nieuwe wet moet dus zorgen voor langere celstraffen, maar er is een keerzijde volgens Schuyt. "Stel dat iemand achttien jaar zit en dan straks nog maar twee jaar voorwaardelijke vrij is, dan kan je die persoon maar twee jaar in de gaten houden. Daarna is hij echt vrij en kan je hem niets meer maken. Nu kan je hem nog zes jaar in de gaten houden. Terwijl hoe langer je vastzit, hoe moeilijker de terugkeer in de samenleving is."

Een minder goede voorbereiding op de terugkeer in de samenleving is ook de grootste zorg die Sjef van Gennip van Reclassering Nederland heeft bij de nieuwe wet. "Je moet niet onderschatten dat als iemand acht jaar of langer in de gevangenis heeft gezeten, echt uit de samenleving is weggeweest. De samenleving verandert in razend tempo. Onze ervaring is dat het echt veel tijd kost om iemand daar goed op voor te bereiden."

Rechters zullen lichter straffen

Die voorbereiding op terugkeer is ook de reden dat, als een rechter bijvoorbeeld vindt dat een crimineel acht jaar achter de tralies moet, er niet gewoon acht jaar wordt opgelegd. De voorwaardelijke invrijheidstelling is onderdeel van de wet en volgens Schuyt kijken rechters erg nauwkeurig naar de uiteindelijke 'nettostraf': het aantal dagen dat de crimineel daadwerkelijk vastzit.

Met die nettostraf in het achterhoofd zullen rechters door de nieuwe wet lichter gaan straffen, denkt Schuyt. "Dat zag je ook na 2008, toen door een wetswijziging vervroegde invrijheidstelling veranderde in voorwaardelijke invrijheidstelling. Rechters gingen daarna anders straffen, want het voorwaardelijke gedeelte is best wel zwaar. Rechters zullen als de nieuwe wet ingaat daar rekening mee houden bij het bepalen van de straf, verwacht ik."

Volgens minister Dekker tasten de huidige regels het rechtsgevoel van mensen aan en moet daarom de wet worden gewijzigd. Maar het beoogde effect zal niet worden bereikt met deze wet, denkt Schuyt. Zowel slachtoffers als de samenleving als geheel is hier niet mee geholpen, zegt ze. Wat wel helpt is betere voorlichting over de strafmaat. "Leg uit dat een gevangenisstraf van 12 jaar, 8 jaar betekent in detentie en 4 jaar in vrijheid met voorwaarden. Zeggen dat iemand 12 jaar 'vastzit', is eigenlijk een verkeerd beeld."

Onrechtvaardig

Toch is het juist het beeld dat de voorwaardelijke invrijheidstelling nu oproept, dat zorgt dat Jan van Kleef van de Vereniging Ouders Vermoord Kind blij is met de nieuwe wet. "Het is zo onrechtvaardig, en niet uit te leggen aan nabestaanden, als iemand eerder vrij komt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl