Paniek bij schapenhouders: we hebben buikpijn van de wolf

De schapenhouderij maakt zich grote zorgen over de komst van steeds meer wolven naar ons land. Volgens belangenorganisatie LTO zijn er dit jaar al veertig schapen doodgebeten. Gisteren gebeurde dat nog op drie plaatsen in Limburg. "We hebben er echt buikpijn van", zegt Saskia Duives van de organisatie.

Daarom stuurde LTO vorige week een brief naar de provincies waarin ze oproepen om met maatregelen te komen. Want ook de onrust onder schapenboeren neemt toe. "De provincie gaat over wat er moet gebeuren. Die moeten daarom zo snel mogelijk beleid maken."

Volgens Duives is Nederland niet gemaakt voor wolven. "De actieradius van een wolf is 50 kilometer, maar nergens in Nederland is een natuurgebied van die grootte te vinden."

Om net zoals in Duitsland grote hekken te plaatsen, is geen optie, zegt ze, "Duitsland is veel groter en de schapen zijn daar veel meer verspreid. Daar staan hekken om grote natuurgebieden, terwijl je in Nederland om bijna elk weiland een hek zou moeten zetten."

De toename van het aantal wolven is verklaarbaar. "De wolvengroepen die in Duitsland heel dicht bij de Nederlandse grens zitten, hebben allemaal jongen gekregen. Die zoeken allemaal een nieuwe plek en komen hiernaartoe en dat worden er alsmaar meer."

LTO is tegen het afschieten van wolven. "We zoeken naar een balans. Als uitbreiding van de biodiversiteit kan de wolf een belangrijke aanvulling zijn, maar hij moet dan wel hertjes eten en geen schapen", zegt ze. "En als je een wolf doodschiet, komt er wel weer een nieuwe wolf vanuit Duitsland."

Toekomst is nu

Ook volgens Wolven in Nederland, een samenwerking van natuurorganisaties, heeft het afschieten van een wolf geen enkele zin. "Dit zijn zwervende wolven die alle kanten oplopen. Nederland in, maar ook weer uit", zegt woordvoerder Leo Linnartz. "Ga je dan een klopjacht houden op een wolf? Je weet niet eens waar die is. En een dag of week later is er alweer eentje."

Want ook Wolven in Nederland ziet een sterke toename van het aantal wolven. Al jaren waarschuwt het schapenboeren en de overheid over de komst van het dier, zegt Linnartz. "We zeggen al tien jaar: schapen zullen in de toekomst achter schrikdraad zitten. Die toekomst is eigenlijk nu."

En in schrikdraad ligt ook meteen de oplossing voor de schapenboeren, denkt Linnartz. "Zet schapen gewoon achter een raster dat wolven tegenhoudt. Dat is niet moeilijk, dat zijn vijf schrikdraden of een gaas met stroom. Dat is voldoende om wolven tegen te houden. Ik snap dat het een hele stap is voor boeren, want eergisteren was het nog niet nodig en nu ineens wel."

Wolven in Nederland probeert de overheid er al een tijd van te overtuigen om subsidie aan boeren te geven voor het aanschaffen van wolfwerende rasters. Maar dat gaat nog wel even duren, denkt Linnartz. "Ik heb het vermoeden dat dat pas gaat gebeuren als er een territoriale wolf in Nederland is. Dan kun je om een vaste plek een cirkel van tien, twintig kilometer heentrekken. Daarbinnen is het dan heel waarschijnlijk dat schapen vroeg of laat door een wolf bezocht worden."

Als het aan Linnartz ligt, nemen boeren in Drenthe, Overijssel, Gelderland en in delen van Limburg nu al preventiemaatregelen. "Want dat zijn toch regio's waar de kans groot is dat er een wolf langskomt."