EU en Britten hebben akkoord tot 2021, Noord-Ierland nog onopgelost
Bedrijven en burgers in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk hoeven zich voor volgend jaar nog geen grote zorgen te maken over de brexit. De EU en Groot-Brittannië hebben een akkoord over een overgangsfase, waardoor de eerste twee jaar na de brexit alles min of meer bij het oude blijft. Er zijn nog wel grote meningsverschillen over hoe het vanaf 2021 verder moet.
EU-onderhandelaar Michel Barnier toonde bij de presentatie van het akkoord tientallen vellen tekst, voor een groot deel geel en groen gearceerd. Dat zijn de delen waarover de EU en Groot-Brittannië het eens zijn. Maar op de vellen waren ook hele stukken tekst niet ingekleurd. Over die delen, de taaiste onderhandelingspunten, liggen de standpunten van de partijen vaak ver uiteen.
Barnier: "We hebben vandaag een beslissende etappe voltooid, maar het is nog steeds één etappe. Er is nog veel werk te doen."
Creatieve oplossing
Voornaamste punt: de Ierse grens. Niemand wil dat er tussen Noord-Ierland en Ierland weer grenscontroles komen, maar hoe dat moet worden voorkomen blijft onduidelijk. De Britten beloven al drie maanden dat ze daarvoor met een creatieve oplossing komen. Mocht die oplossing er niet komen, dan blijft Noord-Ierland onderdeel van de Europese douane-unie en gaan daar andere regels gelden dan in de rest van het Verenigd Koninkrijk.
De EU wilde eigenlijk vandaag een oplossing voor dat probleem, maar gaf de Britten uiteindelijk meer tijd. Barnier en de Britse onderhandelaar David Davis schuiven die hete aardappel voor zich uit.
Toch wilden de twee onderhandelaars vandaag vooral optimisme uitstralen. Ze konden EU-burgers die nu in Groot-Brittannië wonen geruststellen: zij mogen blijven. Sterker nog, iedereen die in de overgangsperiode (maart 2019 tot en met december 2020) naar Groot-Brittannië verhuist, krijgt dezelfde rechten als de mensen die dat daarvoor deden. Een belangrijke overwinning voor de EU, want Groot-Brittannië verzette zich hier lang tegen.
Geen Brits veto
Het is moeilijk om punten te vinden waar de EU niet zijn zin heeft gekregen. Groot-Brittannië krijgt in de overgangsfase weliswaar alle voordelen van het EU-lidmaatschap (vrij handelen met de EU), maar moet zich in ruil daarvoor ook aan alle EU-regels houden. De Britten wilden daarom het recht om een veto uit te spreken tegen nieuwe regels die zonder hen zijn opgesteld, maar zo'n veto krijgen ze niet. Wel mogen ze meepraten, over bijvoorbeeld visquota.
Met een akkoord over de overgangsfase hebben de EU en Groot-Brittannië vooral tijd gekocht. Ze kunnen veel van de moeilijkste knopen nu doorhakken tijdens de overgangsfase. Dat geldt voor de Ierse kwestie, maar ook voor het opstellen van een handelsakkoord. Het uitonderhandelen van een handelsakkoord kost in de regel vele jaren. Wat dat betreft is een kleine twee jaar extra geen overbodige luxe.
Losse schroeven
Toch reiken Barniers ambities voor de Brits-Europese samenwerking nog verder. "Op persoonlijke titel: we kunnen over meer dan handel praten. We kunnen het ook hebben over militaire en politiesamenwerking. Over de veiligheid van onze burgers."
Tegelijk is hij voorzichtig. Het akkoord van vandaag kan zomaar weer op losse schroeven komen te staan, bijvoorbeeld als de EU-leiders zich er komende vrijdag tijdens een Europese top tegen verzetten. "Pas als we alles aan beide zijden hebben getekend, zijn we zeker van wat we nu hebben afgesproken. Nothing is agreed until everything is agreed."