Jongeren en ouderen verschillen flink van mening over nieuwe inlichtingenwet
Jongeren en ouderen verschillen flink van mening over de nieuwe inlichtingenwet, waarover woensdag een raadgevend referendum wordt gehouden. Terwijl 44 procent van de 18- tot 34-jarigen tegen de wet zegt te gaan stemmen, is van de 65-plussers juist 63 procent voor en 21 procent tegen.
Over het algemeen geldt: hoe ouder, hoe groter de kans dat iemand voor gaat stemmen, blijkt uit onderzoek van I&O Research. Ook vinden veel meer jongeren dan ouderen dat de wet leidt tot aantasting van de privacy.
Een kleine meerderheid van de jongeren - 52 procent - vindt wel dat de geheime diensten meer bevoegdheden moeten krijgen.
Onder 35- tot 49-jarigen is dat 67 procent en onder 65-plussers zelfs 78 procent.
Vier op de zes jongeren vinden dat de nieuwe wet een te grote aantasting van de privacy oplevert. Onder 65-plussers is dat iets meer dan de helft. Per saldo vinden Nederlanders dat de wet geen aantasting van de privacywet oplevert, aldus I&O.
Donderdag bleek al dat alle grote peilers melden dat het 'voor'-kamp op voorsprong staat. Volgens drie van de vier peilers heeft het 'voor'-kamp meer dan 45 procent van de stemmen. Bij Kantar Public, dat als enige peiler ook 'niet'-stemmen meetelt, is 35 procent voor, tegen 24 procent tegen.
Jongeren hebben ook minder vertrouwen in het toezicht op de geheime diensten en dat de rechten van burgers gewaarborgd zijn. Onder jongeren is dat een derde, onder 65-plussers bijna 60 procent.
Opvallend is dat van alle Nederlanders 71 procent vindt dat de geheime diensten informatie die ze niet hebben bekeken, niet mogen delen met buitenlandse inlichtingendiensten. Dat is iets wat de geheime diensten ook in de huidige wet al mogen.