Staalindustrie VS maakt zich zorgen: 'Importtarief brengt banen in gevaar'
Job Boonstra
redacteur Bureau Washington
Job Boonstra
redacteur Bureau Washington
"Kijk, dat is waar we het staal snijden." Bill Hutton verheft zijn stem om over het helse kabaal van de machine uit te komen. Een grote rol staalplaat wordt langzaam afgewikkeld; een gigantische hydraulische pers hakt de sliert met doffe dreunen in keurige stukjes.
Terwijl we over de fabrieksvloer lopen, wijst Hutton met een groot gebaar. "Wij importeren staalplaat uit het buitenland en dat verwerken we voor de verpakkingsindustrie over de hele wereld. Ons staal komt zelfs uit Nederland."
Hutton is directeur van staalbedrijf Titan Steel in Baltimore. De zaken gaan goed, maar sinds kort is de toekomst voor het bedrijf een stuk somberder. Hij vreest grote gevolgen van de importheffing die president Trump heeft aangekondigd:
Trump tekende deze week een decreet waarmee hij belasting gaat heffen op de invoer van buitenlands staal en aluminium. Op staal geldt een heffing van 25 procent en op aluminium komt een tarief van 10 procent. Doel van de maatregel is het beschermen van de binnenlandse industrie, maar Hutton denkt dat het juist nadelig zal zijn voor Amerika.
"We verwerken en verkopen het staal dat we importeren aan bedrijven die er frisdrankblikjes, spuitbussen en ander verpakkingsmateriaal van maken", zegt Hutton. "Door de maatregel moeten onze klanten in de VS die bijvoorbeeld conservenblikjes maken, straks ineens meer gaan betalen voor het staal dat wij ze leveren. Zij moeten dan concurreren met producenten uit Europa en Azië die hun producten hier verkopen en geen heffing hoeven te betalen. Het product made in the USA wordt dus ineens 25 procent duurder dan het product uit Europa."
Nederlands staal
Terwijl we tussen metershoge torens van staalrollen lopen, laat Hutton zien waar zijn grondstoffen allemaal vandaan komen. Heftrucks rijden af en aan en de gons van de machines die het staal verwerken draagt tot ver in de fabriekshal.
"We kopen veel in van Tata Steel uit Nederland. Het metaal dat zij maken is van een veel hogere kwaliteit dan dat wij in Amerika kunnen maken. Het gaat er dus niet alleen om dat we importheffingen moeten betalen, het gaat om het feit dat het staal dat wij nodig hebben niet gemaakt wordt in de VS."
Om te laten zien hoe belangrijk de kwaliteit van het staal is, loopt Hutton naar een meetbank. "Hier worden de platen die wij produceren gecontroleerd. We meten op oneffenheden, soms met verschillen van een duizendste van een inch. Die toleranties zijn alleen mogelijk met staal van een hoge kwaliteit."
Het gaat om het feit dat het staal dat wij nodig hebben niet gemaakt wordt in de VS.
Amerikaans staal is kwalitatief minder goed dan Europees en Aziatisch staal. De echte slachtoffers zullen daarom de Amerikaanse fabrieksmedewerkers zijn die dat staal verwerken, vreest Hutton. "Als importeur en exporteur hebben wij baat bij een vrij en open handelssysteem. Het is de zuurstof waar ons bedrijf van leeft. Importheffingen die wij moeten gaan betalen, moeten we doorberekenen aan onze klanten. Maar ook onze export naar het buitenland is minder concurrerend ten opzichte van andere fabrikanten."
De importheffingen die Trump deze week aankondigde, gaan nog deze maand in. Alleen Mexico, Canada en Australië zijn vrijgesteld van de heffingen, al heeft de regering laten weten dat meer landen zich kunnen aanmelden voor zo'n vrijstelling. Europa zou die ook graag krijgen, al heeft de Europese Commissie nog geen idee hoe ze zo'n vrijstelling moet worden aangevraagd.
'Overladen met aanvragen'
"Maar er kunnen ook uitzonderingen worden gemaakt voor specifieke producten", zegt Hutton. "En dat is waar het interessant wordt. Want de regering van Trump zal waarschijnlijk overladen worden met aanvragen voor zo'n vrijstelling. Van landen, maar ook van sectoren uit de Amerikaanse staalindustrie."
"Mijn advies aan de regering van Trump is om te kijken naar de totale werkgelegenheid in de maakindustrie. Dus niet alleen naar de productie van staal, maar naar alle industrieën die het gebruiken. Honderdduizenden arbeiders in de VS zijn afhankelijk van competitief geprijsd staal."
Het uiteindelijke doel van Trump is om handelstekorten terug te dringen, zegt Gary Cohen, hoogleraar Internationale Handel aan de Universiteit van Maryland. "Trump wil de Amerikaanse arbeider helpen, dat was ook de boodschap van zijn verkiezingscampagne. Maar de invoering van deze importtarieven is een kortetermijnoplossing. Het gaat zoveel industrieën raken die staal en aluminium gebruiken voor hun producten."
Cohen voorziet ook meteen een nieuw probleem opdoemen: tegenmaatregelen van bijvoorbeeld de EU of Aziatische landen. "Een voorbeeld is de landbouwindustrie, die voor miljarden exporteert naar Azië. Landen als China kunnen de VS raken met eigen importheffingen." Vanuit Europa klonk inderdaad al de dreiging om Amerikaanse producten als spijkerbroeken en Harley Davidson-motoren te gaan belasten.
'Meer banen in gevaar'
Ook Cohen denkt dat de heffingen vooral een negatief effect zullen hebben op de Amerikaanse industrie. "Elke producent in de VS die staal of aluminium gebruikt, zal meer moeten gaan betalen voor grondstof." Die rekening komt volgens hem terecht bij consumenten.
Trump heeft al tijdens zijn verkiezingscampagne kenbaar gemaakt dat het terugbrengen van banen naar de VS prioriteit is. Maar Cohen gelooft niet dat door de importheffing banen uit lagelonenlanden terugkomen. "Naar alle waarschijnlijkheid brengt Trump hiermee meer Amerikaanse banen in gevaar dan de maatregel oplevert."