Marten en Oopjen zijn terug: 'Het doek was totaal vergeeld'
Marten en Oopjen zijn er weer. De twee schilderijen van Rembrandt uit 1634 van het echtpaar Marten Soolmans en Oopjen Coppit werden sinds de zomer gerestaureerd en zijn nu voor iedereen te zien op een nieuwe tentoonstelling in het Rijksmuseum.
Directeur Taco Dibbits van het Rijksmuseum is enthousiast over de restauratie van de meesterwerken van Rembrandt:
"Er zat voor eeuwen vuil op het doek. Het was totaal vergeeld", zegt museumdirecteur Taco Dibbits. "Je zag een gele kraag, geen details. En het ongelofelijke is nu: het is fantastisch wit, en je ziet alle details van de kleding. Het waren de allerchicste stoffen."
Voor de restauratie hebben Franse en Nederlandse onderzoekers veel werk verzet. Anderhalf jaar lang werd onderzoek gedaan en uiteindelijk volgde een restauratie door specialisten van het Rijksmuseum. "We hebben heel veel ontdekkingen gedaan", zegt Dibbits. "Wat bleek: Rembrandt had eerst heel grote deuren geschilderd, dus Marten en Oopjen kwamen uit de deur stappen. Ik denk dat 'ie dat toch gek vond, twee deuren bij elkaar."
Uiteindelijk maakte de schilder het rustiger, door gordijnen op de achtergrond te schilderen. "Als je Marten en Oopjen elke dag bekijkt, ontdek je elke keer weer iets nieuws. Het bijzondere is: Rembrandt was bijzonder trefzeker. Hij heeft bijna geen veranderingen gemaakt, typisch Rembrandt."
De schilderijen bleken bovendien gemaakt te zijn van hetzelfde doek. "Zo'n groot doek is uniek", vertelt Dibbits. "Dat zie je bijna niet, dat gebeurt alleen bij de allerduurste opdrachten. Overal straalt ambitie uit dit kunstwerk. Heel zelfverzekerd, en dat op z'n 28ste. Hij solliciteerde naar het schilderen van de Nachtwacht."
Nederland kocht de twee schilderijen samen met Frankrijk, voor 160 miljoen euro: 80 miljoen per stuk. Even dreigden Marten en Oopjen van elkaar gescheiden te worden, toen Frankrijk zich manifesteerde als koper van één van de twee doeken.
Er kwam uiteindelijk een oplossing. Nederland kocht één doek en Frankrijk kocht één doek. Nederland heeft Marten, Frankrijk heeft Oopjen. De portretten zijn altijd samen te zien in de musea. Het Rijksmuseum mag nu eerst, vanaf september hangen de schilderijen vier maanden in het Louvre in Parijs.