Hoe de Spaanse griep 100 jaar geleden tientallen miljoenen levens eiste
Honderd jaar geleden trok de Spaanse griep een verwoestend spoor. Terwijl de Eerste Wereldoorlog nog woedde, raakte een derde deel van de wereldbevolking, zo'n 500 miljoen mensen, besmet met het virus.
De meesten hadden weinig of geen last van de ziekte. Toch stierven er in 1918 en 1919 in de hele wereld tientallen miljoenen mensen aan de Spaanse griep. De schattingen variëren van 20 tot 50 miljoen slachtoffers, al wordt ook wel 100 miljoen genoemd. En die vielen allemaal in minder dan een jaar tijd. In Nederland eiste de griep naar schatting 30.000 levens.
De Spaanse griep trok in drie golven over de wereld. De eerste begon in maart 1918 en de laatste kwam in de eerste maanden van 1919. In die tijd verspreidde het zich over de hele wereld. Wereldwijd viel een ongekend aantal slachtoffers waarbij de tien miljoen doden van de Eerste Wereldoorlog in de schaduw staan.
Immuunsysteem aangetast
"Het Spaanse griepvirus had iets wezenlijk anders dan andere griepvirussen", zegt hoogleraar Marion Koopmans. Zij is hoofd van de gerenommeerde afdeling Viroscience van het Erasmus MC in Rotterdam. "Het virus uit 1918 had een aantal mechanismen die de werking van het menselijk immuunsysteem aantastten. Vooral de eerste stappen die het immuunsysteem zet om te reageren op een bedreiging."
Hoe dat precies in zijn werk ging, is nog steeds niet echt duidelijk. Maar, vertelt Koopmans, er is iets specifieks voor dat virus waardoor het Spaanse griepvirus zo venijnig werd. "Het leidde tot heftigere en andere complicaties dan bij eerdere en latere griepvirussen. Als je lijf minder goed werkt - doordat je immuunsysteem afgeremd wordt - dan blijven ontstekingen langer actief. En dat geeft mooi voedingsmateriaal voor het ontwikkelen van ernstige complicaties."
Longontsteking
Veruit de meeste doden vielen door bacteriële longinfecties. In kweken van bloed en longweefsel van patiënten uit vijftien landen die overleden nadat ze de Spaanse griep hadden gekregen, vonden onderzoekers in bijna alle gevallen zo'n bacteriële ontsteking.
Die infecties werden meestal veroorzaakt door pneumokokken, streptokokken, staphylokokken en soms door een combinatie van bacteriën. Vaak was de oorspronkelijke virusinfectie door het Spaanse griepvirus net over zijn hoogtepunt heen, als de bacteriële infectie toesloeg. Dat ging in veel gevallen razendsnel: 's morgens leek de patiënt aan de beterende hand, 's avonds of de volgende ochtend was hij of zij dood.
Antibiotica
Ten tijde van de Spaanse griep bestonden er nog geen antibiotica waarmee bacteriële infecties bestreden konden worden. Antibiotica werden in 1928 door Alexander Fleming ontdekt, maar kwamen pas op grote schaal beschikbaar toen de Verenigde Staten deel gingen nemen aan de Tweede Wereldoorlog.
De medische dienst van het Amerikaanse leger en een aantal farmaceutische bedrijven produceerden toen in hoog tempo antibiotica om mee te geven naar het front. Dat had alles te maken met de grote aantallen Amerikaanse soldaten die in de Eerste Wereldoorlog stierven aan ernstige infecties. Dat waren bacteriële longontstekingen nadat ze de Spaanse griep hadden gekregen, maar ook wondinfecties en geslachtsziekten.
Tot er antibiotica beschikbaar kwamen was er niet zo veel te doen tegen ernstige bacteriële longinfecties. Het lichaam moest die zelf overwinnen, anders stierf de patiënt. Tegen virusinfecties, dus ook tegen alle griepvarianten, helpen antibiotica niet.
Intensive care
Een eeuw geleden stond de gezondheidszorg natuurlijk ook op een heel ander niveau dan nu. Afdelingen voor intensive care waar patiënten beademd kunnen worden bestonden nog niet. De eerste voorbeelden van mechanische beademing met behulp van een ijzeren long dateren van 1927. Pas in de jaren vijftig nam de beademing van patiënten een zekere vlucht.
Het Spaanse griepvirus was om meer redenen bijzonder, dan alleen zijn vermogen om de werking van het menselijk immuunsysteem te belemmeren. Bij andere grieppandemieën waren de slachtoffers vaak jonge kinderen en ouderen, bij de Spaanse griep was dat anders.
Bijna de helft van alle doden door complicaties en de griep zelf vielen onder 20- tot 40-jarigen. Dat betekent overigens niet dat jonge kinderen en ouderen gespaard werden.
Armen en analfabeten
Ondervoeding en slechte weerstand na vier oorlogsjaren in combinatie met gebrekkige hygiëne maakten de bevolking en de rondtrekkende troepen zeer vatbaar voor de Spaanse griep. Een grote studie in Chicago vond een verband tussen sociaal-economische factoren en sterfgevallen door (complicaties van) de Spaanse griep.
Huiseigenaren en ook werklozen hadden een kleinere kans om te sterven aan de gevolgen van de Spaanse griep. Dat komt waarschijnlijk doordat zij relatief geïsoleerd leven.
Huiseigenaren zaten vaak niet in de armste, dichtbevolkte wijken waar infectieziekten makkelijk overgedragen worden. Werklozen gaan niet naar een werkplek waar veel andere mensen zijn en overdracht van infectieziekten makkelijk plaatsvindt. Armen en analfabeten hadden meestal laaggeschoold werk. Op weg daarnaartoe en in de fabrieken was de kans op besmetting met ernstige, secundaire infecties groot.
Verspreiding via legerkamp Etaples
Veel onderzoekers denken dat de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld heeft bij de verspreiding van de Spaanse griep. De logistiek rond het voeden van de legers was voor de geallieerden een groot probleem. De rol daarbij van een groot kamp voor inkomende en vertrekkende troepen in de buurt van het Noord-Franse Etaples is vaak bestudeerd.
Het stadje had een zeehaven in geallieerd gebied en treinverbindingen met de fronten in Frankrijk en België. Het was de grootste Engelse legerbasis in de wereld. Gewonden werden massaal afgevoerd via Etaples waar in 20 militaire ziekenhuizen ongeveer 20.000 bedden beschikbaar waren. Verder was er in het kamp plek voor zo'n 40.000 'fitte' soldaten. In werkelijkheid verbleven er meestal meer. Het kamp was een soort stad in het veel kleinere Etaples.
In het kamp werkten ook duizenden burgers waaronder 2500 vrouwen, voornamelijk als verpleegsters. Bacon, eieren en kippenvlees stonden vaak op het menu van de legerkeukens. Intussen weten we welke grote rol varkens en pluimvee spelen bij de verspreiding van griepvirussen. Sommige onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het samenleven tussen mensen, pluimvee en varkens in het legerkamp in Etaples een sleutelrol heeft gespeeld bij het ontstaan en de verspreiding van de Spaanse griep.