Mag Dekker naar Pyeongchang? 'Ik snap het ook niet helemaal'

Mag Michelle Dekker nu wel of niet haar koffers gaan pakken voor de Olympische Spelen in Pyeongchang? De snowboardster zette een grote stap met een podiumplek op de parallelslalom in Bad Gastein. Maar of dat genoeg is? "Ik weet het ook niet precies."

De 21-jarige Dekker werd vanochtend in verwarring wakker op haar Oostenrijkse hotelkamer. Op de ene website was ze zeker van de Spelen, op de andere nog niet. "Ik snap het zelf ook niet helemaal, ik zie overal wat anders staan", vertelt Dekker. "Zelf wacht ik maar op 22 januari. Ik wil me nog niet enthousiast maken, want straks ga ik misschien toch niet naar de Spelen."

Verwarring

Waar komt die verwarring vandaan? Het is een ingewikkeld verhaal. Volgende week maandag moet NOC*NSF de olympische voordrachten goedkeuren. Daarbij zit in ieder geval de voordracht van de Nederlandse Skivereniging (NSK) van Cheryl Maas. Niek van der Velden moet nog zorgen dat hij bij de beste veertig blijft op de wereldbekerranglijst, maar dat lijkt een formaliteit. En Dekker?

"Dekker dragen we ook voor", bevestigt Wopke de Vegt, technisch directeur bij NSK. "Dat kan op basis van de beste vijftien op de FIS-ranglijst, maar dan moet ze komend weekend in Rogla twee topresultaten neerzetten. Realistisch is dat ze bij de beste twintig hoort en dan geldt de aanvullende eis dat ze een keer bij de beste acht moet eindigen. Daaraan heeft ze met haar derde plek in Bad Gastein voldaan."

Kwalificatietraject

Daar lijkt geen speld tussen te krijgen. Toch zijn er wel wat kanttekeningen te maken. Heeft Dekker namelijk wel iets te zoeken op de Olympische Spelen? Sinds 2012 kwam ze in wereldbekerwedstrijden, Olympische Spelen en WK's, nooit verder dan de 15de plaats op de parallelreuzenslalom.

Op de kortere parallelslalom staan sinds vrijdag twee podiumplaatsen achter haar naam. Maar die discipline staat niet op het programma in Pyeongchang.

"Deze zomer hebben wij vijf wedstrijden voorgedragen als kwalificatietraject voor de alpine-snowboarders", legt technisch directeur De Vegt uit. "Daarbij zaten drie reuzenslaloms en twee slaloms. NOC*NSF heeft dat traject goedgekeurd, dus dat zijn de spelregels die we hebben afgesproken."

"Slalom is echt mijn ding", bevestigt Dekker. "Die derde plaats was een goede stap. En ik weet dat ik ook op de reuzenslalom finaleruns kan rijden. Ook daarin ben ik flink verbeterd, maar tot nu toe komt het er nog niet uit."

Geen dak boven een berg

Maar kun je de twee disciplines wel vergelijken? Zo won de topfavoriete op de olympische parallelreuzenslalom, de Tsjechische Ester Ledecka, alle drie de wereldbekerwedstrijden dit seizoen. Op de parallelslalom kwam Ledecka echter niet verder dan de negende plaats.

"Vergelijk het met de 500 meter en de 1.000 meter bij het schaatsen", vertelt De Vegt, die in het verleden jarenlang bondscoach was in het langebaanschaatsen. "In trainingen moeten schaatsers beide onderdelen beheersen, het explosieve op de 500 en de inhoud en het glijden op de 1.000 meter. Wie goed is op de 500 is niet per se de beste op de 1.000 meter. Maar het helpt wel."

Tegelijk weet de oud-bondscoach dat de vergelijking niet helemaal op gaat. "Kwalificatie-eisen bij het snowboarden zijn erg moeilijk. Je hebt met zoveel omstandigheden te maken. Er staat nu eenmaal geen dak boven zo'n berg."

Zelf kan Dekker aan alle discussie een einde maken door volgende week in Slovenië te schitteren op de parallelreuzenslalom.

"Ik wil me er niet teveel mee bezighouden", verzucht Dekker. "Na de laatste wedstrijden had ik die derde plaats ook wel even nodig voor mijn zelfvertrouwen. Ik hoop dat ik het volgend weekend ook in Rogla kan laten zien."

En dan op naar Pyeongchang? Dekker blijft voorzichtig: "Ik hoop het wel."