Hoe bouwen we huurhuizen voor de middenklasse? Rob van Gijzel weet het
"Enorme stilstand" en "een enorm wantrouwen" trof Rob van Gijzel aan toen hij afgelopen januari begon aan zijn missie. De voormalig burgemeester van Eindhoven was gevraagd door het kabinet om iets te doen aan het gebrek aan betaalbare huurwoningen in de vrije sector. Vooral twintigers en dertigers zijn daar de dupe van, zo berichtte de NOS vandaag.
Die klus probeert Van Gijzel te klaren door in steden als Delft, Tilburg en Haarlem 'samenwerkingstafels' bij elkaar te roepen. Iedereen die kan helpen bij de oplossing van het probleem brengt hij bij elkaar: gemeenten, projectontwikkelaars, beleggers, woningcorporaties, ga zo maar door.
Crisis
Tot begin dit jaar was eigenlijk niemand bezig met het probleem van de 'middenhuur', stelde Van Gijzel vast. Alle aandacht was uitgegaan naar de twee grootste sectoren, die worden aangejaagd via subsidies; de sociale huursector via de woontoeslag en de koopsector via de hypotheekrenteaftrek.
Concreet gevolg is dat er nu in ijltempo moet worden bijgebouwd voor die inkomensgroepen die tussen de wal en het schip vallen. Zij verdienen te veel om voor een corporatiewoning in aanmerking te komen en te weinig voor een ongesubsidieerd huis met een huur van meer dan 1000 euro per maand.
Woningcorporaties dachten: bekijk het maar
“De crisis heeft natuurlijk niet geholpen”, vertelt Van Gijzel. “Daardoor hebben bouwers bijvoorbeeld weinig stagiairs van het mbo afgenomen en zitten zij nu met personeelstekorten. Maar ik trof dus ook veel onderling wantrouwen aan bij de partijen op basis van ervaringen uit het verleden.”
"De woningcorporaties bijvoorbeeld hadden te horen gekregen van het Rijk dat zij zich uitsluitend met hun eigen huurders mochten bemoeien. Dus die hadden iets van: bekijk het maar, wij doen niets anders meer. Institutionele beleggers zeiden: wij hebben miljarden op de plank liggen, maar bij gemeenten komen wij niet naar binnen. En de gemeenten hadden weer slechte ervaringen met die beleggers en de projectontwikkelaars. Omdat die soms aankondigden dat ze gingen bouwen in het middensegment, maar als de woningen vervolgens werden opgeleverd, dan bleek het toch dure huur te zijn."
Inmiddels, aldus van Gijzel, is de sfeer aan de overlegtafels in die vijftien steden compleet veranderd. "Er wordt nu juist heel open met elkaar gepraat: wat zijn de huurprijzen die marktpartijen gaan rekenen, wat kan de gemeente doen aan de grondprijs, zijn al die parkeervoorzieningen nog wel nodig in de moderne stad? En vervolgens vinden we elkaar reuzesnel."
Voorbeeld van zo’n concrete afspraak is het beperkt houden van de stijging van de huurprijs van nieuw gebouwde woningen tot jaarlijks 1 procent boven het inflatieniveau. Ook in de huidige krappe markt, waarin in grotere steden de huurprijs razendsnel stijgt.
Waarom zijn marktpartijen bereid daaraan mee te werken? Van Gijzel: "Beleggers tellen ook hun knopen. Waar moet je anders in beleggen momenteel? Dit is een relatief goede investering. Er zal absoluut geen leegstand ontstaan in deze sector, je hebt langdurig je rendementen en als je na de afgesproken vijftien jaar weer doorverkoopt, zal het ook nog wel een aardige opbrengst hebben.”
Van 12 naar 20 euro
Een dergelijke afspraak is natuurlijk geen oplossing voor de extreme huurstijgingen in de bestaande huurwoningen in de particuliere sector. "We proberen te kijken", zegt Van Gijzel voorzichtig, "of we ook iets kunnen stabiliseren aan die huurprijzen zolang er schaarste blijft."
"Toen ik een jaar geleden begon was de vierkante meterprijs voor een woning in Amsterdam 12 euro. Die zit nu al boven de 20 euro. Dus als je daar 100 vierkante meter zou huren, was je daar vorig jaar 1200 euro voor kwijt en nu meer dan 2000 euro. Dat kan niet, dat schiet alle kanten op."