Joegoslaviëtribunaal sluit deuren, erfenis ligt nu weer op de Balkan
Marten Wiegman
redacteur Buitenland
Marten Wiegman
redacteur Buitenland
De meest gruwelijke verhalen over martelingen, moorden en etnische zuiveringen gingen er door de rechtszaal. Over het in brand steken van huizen, het wegjagen van de buren, het inpikken van andermans woningen, het plannen en uitvoeren van massamoorden. Zomaar wat voorbeelden van gebeurtenissen die door het Joegoslaviëtribunaal pijnlijk en nauwgezet zijn gereconstrueerd tijdens de 24 jaar dat het bestond.
Er werden in die tijd 161 aanklachten uitgebracht tegen verdachten van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide. Daden gepleegd door militairen, ongeregelde troepen, burgers, politici en staatshoofden. Nu het tribunaal zijn deuren sluit, gaan ook de zalen dicht waar al die gruwelijke details in verschillende talen werden verteld.
Historisch besluit
Het begon met resolutie 827 van de Veiligheidsraad in 1993. Voor het eerst sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog werd er een nieuw internationaal tribunaal opgericht. Dat was twee jaar nadat het conflict in het voormalig Joegoslavië was begonnen met het uitroepen van de onafhankelijkheid door Slovenië.
De oude Joegoslavische Federatie van Tito viel uiteen en vele duizenden mensen lieten het leven. In de Veiligheidsraad groeide de angst voor het conflict in het hart van Europa. Rusland, Europa en de Verenigde Staten waren het er over eens dat dit niet kon, zo kort na de val van de Muur en het uit elkaar vallen van de Sovjet-Unie.
Dempende werking
De hoop was dat een nieuw tribunaal, opgericht terwijl de oorlogshandelingen nog in volle gang waren, de aanstichters van het conflict in toom zou houden. Maar het duurde wel even voordat het tribunaal van zich kon laten spreken. Alles moest van de grond worden opgebouwd.
Er moesten rechters komen, een gebouw in Den Haag, een aanklager en bovendien moest iedereen het nog eens worden over welke procedures er gevolgd zouden moeten worden. En welk internationaal recht er precies zou moeten gelden. Ondertussen moest het veldonderzoek onmiddellijk beginnen, in moeilijke oorlogsomstandigheden. Want elke rechtszaak begint met het verzamelen van feiten, getuigen en bewijzen.
In april 1995 verscheen de eerste verdachte in een openbare zitting, de Bosnische Serviër Dusko Tadic. En meteen was het een zaak die de gruwelijkheden in Bosnië blootlegde. Tadic had zich schuldig gemaakt aan misdaden in gevangenkampen. Hij kreeg uiteindelijk 20 jaar gevangenisstraf en kwam vrij nadat hij daar twee derde van had uitgezeten.
Omdat de oorlog in het voormalig Joegoslavië doorging, was het voor veel gezochte oorlogsmisdadigers mogelijk om zich schuil te houden. Maar uiteindelijk zijn alle door het tribunaal gezochte mensen naar Den Haag overgebracht en berecht, op een enkele overleden verdachte na.
Openbaar aanklager Serge Brammertz erkent dat het lang geduurd heeft, maar is wel tevreden over het eindresultaat: "Hoe zou het zijn zonder tribunaal? Zouden de architecten van de genocide Mladic en Karadzic nog steeds belangrijke functies hebben? Dan was er misschien nog wel meer oorlog geweest."
Lang kreeg het Joegoslaviëtribunaal als kritiek te horen dat het alleen misdadigers van lagere rangen en standen berechtte, maar later kwam daar verandering in. Om te beginnen met de komst van de Servische politicus Slobodan Milosevic naar Den Haag in 2001.
Het was een van de meest uitgebreide zaken bij het tribunaal. Aanvankelijk stond Milosevic alleen terecht vanwege zijn rol in het conflict in Kosovo. Servië onderdrukte in die provincie met harde hand het onafhankelijkheidsstreven van de Albanese inwoners.
Pas daarna zou hij ook berecht worden voor zijn aandeel in oorlogsmisdaden en genocide in Kroatië en Bosnië. Op 11 maart 2006 werd hij dood aangetroffen in zijn cel in Scheveningen. Een hartaanval maakte een einde aan zijn proces.
De jacht op Karadzic
Radovan Karadzic de andere grote politieke leider, maar dan van de Bosnische Serviërs, wist lang uit handen te blijven van het tribunaal. Er waren al boeken en films over de zoektocht naar de man verschenen voordat hij uiteindelijk in 2008 werd opgepakt in Belgrado.
Karadzic leefde daar al jaren een teruggetrokken bestaan als alternatieve genezer. Hij werd na een lang proces in 2016 veroordeeld tot 40 jaar cel onder andere voor genocide in Srebrenica. Zijn hoger beroep loopt nog en zal worden afgehandeld door een speciale opvolger van het tribunaal.
Ook Ratko Mladic, de militaire man die verantwoordelijk wordt gehouden voor veel misdaden waaronder die in Srebrenica werd in 2011 uitgeleverd. In november 2017 kreeg hij levenslang. Ook zijn hoger beroep loopt nog.
Volgens Thijs Bouwknegt, onderzoeker bij het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, holocaust-, en genocidestudies), klinkt het misschien simpel en niet spannend wat het tribunaal heeft gedaan, maar juist omdat het om internationale misdrijven als genocide gaat, is het wel belangrijk. "Het tribunaal heeft het gat van straffeloosheid voor de meeste ernstige misdrijven tegen de menselijkheid gedicht."
'Niet onafhankelijk'
Het werk van het Joegoslaviëtribunaal gaat nu verder in de regio, in speciale rechtbanken in Bosnië, Kroatië en Servië. In Belgrado loopt op dit moment de Kravica-Srebrenica zaak, waarin acht mannen terechtstaan voor het vermoorden van 1313 Bosnische moslims in een loods vlakbij Srebrenica op 13 juli 1995. Dit zijn de mannen die ervan worden verdacht dat ze de orders van Ratko Mladic hebben uitgevoerd.
Volgens Balkan-correspondent Mitra Nazar zijn er veel vertragingen en procedurele obstakels. "Dat komt volgens waarnemers omdat de politieke wil ontbreekt en rechters niet onafhankelijk zijn. In Servië was er weinig vertrouwen in het Joegoslaviëtribunaal, er is weinig aandacht en interesse voor oorlogsmisdaden-zaken. Het feit dat er überhaupt zaken lopen, is al heel wat".