Meer eenzaamheid onder mensen met Wmo-zorg
De eenzaamheid onder mensen die ondersteuning krijgen van hun gemeente is gestegen, zo constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Maar de totale kwaliteit van leven van mensen die gebruik maken van gemeentezorg, is over het algemeen gelijk gebleven.
De onderzoekers keken naar het vorig jaar en vergeleken dat met een onderzoek van het jaar daarvoor over de zorg die valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat dan bijvoorbeeld om ondersteuning, begeleiding of jeugdzorg.
Het aantal mensen dat zegt dat ze emotioneel eenzaam zijn, is gestegen van 17 naar 22 procent. Het gaat om mensen die geen vertrouwens- of intieme relatie hebben. Waarom die groep groeit, is niet onderzocht. Wel is duidelijk dat het om zowel ouderen als jongeren gaat.
Minder uren door zorgverlener
Volgens het SCP krijgen mensen die gebruik maken van de Wmo minder professionele zorg. Ze ontvangen bijvoorbeeld minder huishoudelijke zorg. Die misgelopen zorguren worden niet opgevangen door bijvoorbeeld vrienden of kennissen. Het is niet duidelijk of deze mensen wel meer zorg hadden gevraagd.
Verspreid door het land bestaan grote verschillen in de zorg die mensen ontvangen. Met name in Noordoost-Nederland is het zorggebruik hoger dan verwacht op basis van de kenmerken van de inwoners.
Gemeenteraad
Dit jaar bekeek het SCP ook of gemeenteraadsleden in staat zijn de zorgtaken goed te controleren. Volgens de griffiers van de raden heeft 40 procent van de raadsleden onvoldoende tijd en beschikt een op de tien raadsleden over onvoldoende kennis of vaardigheden. Eerder berichtte de NOS dat gemeenteraden moeite hebben met de controle op jeugdbeleid.
Het SCP benadrukt dat deze meting geen evaluatie is van de gedecentraliseerde zorg. Wel kan het belangrijke informatie geven. Zo blijkt dat mensen vaak één dienst gebruiken, ook als ze meerdere problemen hebben.