Geharrewar over geneesmiddelen, maar zijn ze nou echt zo duur?
Guus Dietvorst
redacteur Online
Guus Dietvorst
redacteur Online
Linkse partijen die de farmaceutische industrie willen aanpakken, een middel tegen taaislijmziekte dat na veel geharrewar toch wordt vergoed, ziekenhuizen en zorgverzekeraars die samen medicijnen gaan inkopen om de kosten te drukken.
Er is de afgelopen tijd veel te doen over de kosten van geneesmiddelen, in het licht van de stijgende zorgkosten in het algemeen. Maar wat zijn de kosten voor medicijnen nou eigenlijk? En moeten we daar wat aan doen? Of kan dat helemaal niet?
Zijn geneesmiddelen nou echt zo duur?
Dat valt relatief gezien wel mee, want sinds 2005 zijn de kosten voor medicijnen lager geworden, als je ze vergelijkt met de totale zorgkosten. Dat zegt hoogleraar zorgeconomie Wim Groot. "Er is gedoe over de prijs, niet over de kosten", stelt hij. Dat gaat dan vooral over (hele dure) medicijnen waar de hoofdprijs voor wordt gevraagd.
Ok, eerst maar eens over die andere (goedkope) medicijnen...
Op geneesmiddelen zitten patenten en die blijven twintig jaar geldig. Het ontwikkelen van een middel duurt gemiddeld zo'n acht jaar, dus dat betekent dat een fabrikant zo'n twaalf jaar heeft om te cashen. Als het patent verloopt, mogen anderen het middel (na) gaan maken.
"In Nederland springen zorgverzekeraars dan in de markt", legt hoogleraar economie van de gezondheidszorg Erik Schut van de Erasmus Universiteit uit. Als een patent verloopt, gaan andere producenten het middel namaken en doen de verzekeraars een aanbesteding waarbij ze een goedkoop generiek middel selecteren. "De marges gaan dan sterk omlaag natuurlijk."
Dat scheelt in de kosten. Maar nu terug naar die medicijnen waar we de hoofdprijs voor betalen...
Ja, die zijn er dus ook. Dat zijn medicijnen die net uit de pijplijn komen, vaak bedoeld voor een kleine groep patiënten. De kosten daarvoor lopen in Nederland inmiddels tegen de twee miljard euro per jaar. De farmaceuten willen naar eigen zeggen de ontwikkelingskosten terugverdienen en daarom is de prijs per patiënt vaak hoog. De twee hoogleraren kunnen niet vertellen of dat nou echt zo is. "Want er is geen transparantie over ontwikkelingskosten", zegt Schut.
Groot denkt wel dat ontwikkelingskosten fors zijn. Volgens sommige onderzoeken gaat driekwart van de opbrengst van een geneesmiddel terug naar innovatie van nieuwe middelen. Tel daar nog eens bij op dat 90 procent van de geneesmiddelen niet eens op de markt komt: daar zit ook voor miljoenen aan ontwikkelingskosten."
Volgens de farmaceutische industrie kunnen de ontwikkelingskosten per nieuw medicijn oplopen tot 2,2 miljard euro per geneesmiddel. Maar recent Amerikaans onderzoek toont aan dat die kosten veel lager liggen: rond 540 miljoen euro. Zo weten we het nog steeds niet...
Waarom zijn die farmaceuten dan niet gewoon wat transparanter? Dan weten we het tenminste zeker...
Daar hebben ze eigenlijk geen belang bij. Dan maken ze namelijk concurrenten wijzer over hun ontwikkelingsbudgetten en ondergraven ze hun eigen onderhandelingspositie.
Je zag het bijvoorbeeld ook bij Orkambi (het middel tegen taaislijmziekte dat toch wordt vergoed). Minister Schippers heeft een deal gesloten met de producent, maar wel op voorwaarde dat de inhoud ervan geheim blijft. "Dat staat internationale samenwerking aan de inkoopkant in de weg. Aan de aanbodkant hebben fabrikanten een machtspositie, maar aan de vraagkant is dat er niet", zegt Schut.
Gevolg van het gebrek aan transparantie is wel dat de farmaceuten geen goede naam hebben. "Ze worden gezien als de boeven van de zorg. Daar zou transparantie wel verandering in kunnen brengen natuurlijk", zegt Groot.
Ontwikkelingskosten dus, maar wat kan er nog meer aan de hand zijn?
Er is onderzoek waaruit blijkt dat farmaceuten de prijs niet baseren op de kosten, maar op wat wij ergens maximaal voor willen betalen. Op die manier optimaliseren ze de opbrengst. Dat is "echt monopolistengedrag", zoals Groot het noemt.
En hij heeft nog wel een ander idee: "Het is tegenwoordig een trend om een nieuw medicijn altijd duurder te maken dan het vorige middel. Dus zo'n farmaceut doet er standaard een schepje bovenop. De volgende doet dat ook weer en dan worden medicijnen steeds duurder."
Dus we betalen wel te veel voor geneesmiddelen?
Nou ja, wat is te veel? Medicijnen leveren ons ook heel veel op. In de woorden van hoogleraar Groot: "Ze zorgen voor grote gezondheidswinst de laatste jaren." Voor veel kwalen, ziektes en aandoeningen zijn dus goede geneesmiddelen ontwikkeld.
De grootste kostenpost in de zorg zijn de ziekenhuizen. Groot denkt niet dat de gezondheidswinst van ziekenhuizen groter is dan die van geneesmiddelen." Ik denk dat we met geneesmiddelen veel waar voor ons geld krijgen." Zijn collega-wetenschapper is het met hem eens. "Geneesmiddelen besparen ons ook geld, bijvoorbeeld als ze dure operaties voorkomen."
O, niks meer aan doen dus?
Nou, alle onderdelen van de zorg kosten ons jaarlijks miljarden die we met zijn allen moeten betalen, dus het is goed om kritisch naar kosten van te medicijnen kijken, vindt Schut. Maar hij waarschuwt ook dat je niet te streng moet zijn voor fabrikanten. "Als je alles afroomt, dan hebben die farmaceuten ook geen prikkel meer om te innoveren."
Bovendien kan ons kleine landje er helemaal niet zo veel tegen doen, denkt Groot. "Het gros van de farmaceuten zit in de VS. Daar kunnen wij niet zo makkelijk regels voor maken. Bovendien krijgt de industrie daar ruim baan, omdat het veel hoogwaardige werkgelegenheid oplevert en veel export."
Kunnen we die medicijnen niet beter zelf gaan maken dan?
Ja, dat mag dus niet vanwege die patenten. Maar niet iedereen trekt zich daar wat van aan. Zo is er een Haagse apotheker die Orkambi gaat maken, hoewel hij weet dat hij daarmee het patentrecht mogelijk schendt.
Apotheker Paul Lebbink zegt het potentieel te kunnen maken voor alle 750 Nederlandse patiënten die het middel nodig hebben, voor tonnen minder dan de producent ervoor vraagt.
Lebbink komt op een goed uitgekiend moment met zijn aankondiging. Morgen praat de Tweede Kamer over het geneesmiddelenbeleid. Daarbij gaat het onder meer over het patentrecht en apothekersbereidingen die daardoor beperkt worden.