Hugo de Jonge (CDA), van wethouder tot vicepremier
Formateur Rutte ontvangt vandaag de drie aanstaande vicepremiers van zijn nieuwe kabinet. Het zijn Kajsa Ollongren (D66), Hugo de Jonge (CDA) en Carola Schouten (CU).
De Jonge wordt minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Hugo de Jonge (1977) is al zeven jaar wethouder in Rotterdam, in aantal inwoners de tweede stad van Nederland. De Jonge schreef samen met Joost Eerdmans van Leefbaar Rotterdam, de grootste partij daar, en het huidige D66-Kamerlid Salima Belhaj het Rotterdamse coalitieakkoord Volle kracht vooruit.
Hij bestiert de portefeuilles Onderwijs, Jeugd en Zorg. Zo startte hij een project om de eenzaamheid van ouderen aan te pakken. Ruim 8000 75-plussers kregen bezoek van vrijwilligers en hij loofde bonussen uit van duizenden euro's om leraren naar Rotterdam te trekken.
Onorthodox
De Jonge is zelf een onderwijsman. Hij was leraar en adjunct-directeur van een basisschool. Daarna werkte hij jaren op het ministerie van Onderwijs. Als politiek assistent van CDA-minister Van der Hoeven en CDA-staatssecretaris Van Bijsterveldt en als lid van het managementteam Voortgezet Onderwijs.
Niet alleen zijn schoenen zijn soms onorthodox, ook zijn standpunten als CDA'er. Door zijn ervaring met verwaarloosde, getraumatiseerde en uit huis geplaatste kinderen vindt De Jonge dat sommige ouders verplicht voorbehoedsmiddelen zouden moeten gebruiken.
"Sommige kinderen hebben het recht om niet geboren te worden", zei hij bij de start van een proef om verslaafde of psychisch gestoorde ouders met zachte dwang aan de anticonceptie te helpen.