Hoe bepaalt de Nobelprijs-jury wie de beste schrijver is?
Uit alle miljoenen mensen die weleens wat op papier zetten, kiest een Zweedse jury er elk jaar eentje die de Nobelprijs voor de Literatuur krijgt. Dit keer is de Britse schrijver Kazuo Ishiguro de gelukkige. Dat kwam voor velen als een verrassing. Want zijn naam kwam niet eens voor op de lijstjes van de bookmakers, die toch doorgaans goed geïnformeerd zijn over de kanshebbers.
De Nobelprijs voor de Literatuur is misschien wel de meest controversiële onderscheiding die jaarlijks wordt uitgereikt uit naam van de in 1896 overleden Zweedse chemicus en de uitvinder van het dynamiet, Alfred Nobel. Er is bijna altijd kritiek op de aangewezen winnaar.
Zo zijn vrouwen ondervertegenwoordigd (sinds 1901 kregen slechts veertien vrouwen de Nobelprijs voor de Literatuur), wordt onevenredig vaak gekozen voor een Europese auteur en hebben veel grote schrijvers de prijs nooit gekregen.
Onbekende auteurs
In de jaren 70 werd de prijs zelfs toegekend aan twee vrij onbekende Zweedse auteurs die zelf in de jury zaten. Grote schrijvers als Saul Bellow, Graham Greene en Vladimir Nabokov hadden toen het het nakijken. En de toekenning vorig jaar aan Bob Dylan leverde de jury de kritiek op dat de prijs niet naar een muzikant zou moeten gaan.
Dat roept de vraag op wie er eigenlijk bepaalt welke auteurs er op de kandidatenlijst komen en wie uiteindelijk de prijs krijgt. Het ligt allemaal in handen van de achttien leden van de Zweedse Academie, bestaande uit Zweedse schrijvers, taalkundigen en literatuurwetenschappers.
Oproepen
Ieder jaar stuurt het Nobelcomité, dat bestaat uit vier tot vijf leden van de Zweedse Academie, zo'n 700 oproepen de deur uit om kandidaten te nomineren. Alleen de leden van de Zweedse Academie zelf, leden van literaire academiën en verenigingen wereldwijd, professoren in taal- of letterkunde, oud-Nobelprijswinnaars en voorzitters van landelijke schrijversorganisaties kunnen iemand voordragen, maar nooit zichzelf.
Die 700 oproepen leveren meestal zo'n 350 inzendingen op. Omdat sommige schrijvers vaker worden genoemd, blijven er gemiddeld zo'n 200 namen over die op een lijst komen.
Sommige auteurs komen ieder jaar weer op de lijst terecht, net zolang tot ze de prijs krijgen of hun aandragers het opgeven. Of omdat ze overlijden, want de prijs wordt sinds 1974 niet meer postuum uitgereikt. Zo stond Bob Dylan, de winnaar van vorig jaar, al jaren op de lijst en hebben schrijvers als Lev Tolstoj, Marcel Proust en Virginia Woolf de prestigieuze literaire onderscheiding nooit gekregen omdat ze overleden voor het zover was.
Alle nominaties moeten uiterlijk 31 januari binnen zijn en niet lang daarna krijgen de leden van de Zweedse Academie de eerste lijst voorgelegd.
Niveau
Daarna gaat het Nobelcomité aan de slag. Dat doet onderzoek naar de genomineerde auteurs en hun werk. Veel namen vallen dan al vrij snel af, bijvoorbeeld omdat hun werk meer wetenschappelijk is dan literair of omdat het niveau niet de literaire standaard haalt waarnaar het comité op zoek is.
In april zijn er dan meestal nog zo'n twintig namen over op de lijst en in mei is dat tot vijf geslonken. De leden van de Zweedse Academie gebruiken de zomermaanden om zich in het werk te verdiepen van die vijf kandidaten.
Koning
Midden september treffen zij elkaar dan weer voor het eerst en kan de discussie beginnen over wie ze de onderscheiding krijgt. Uiterlijk half oktober moeten ze het eens zijn. De winnaar heeft minstens tien van de achttien stemmen nodig. Hij of zij krijgt op 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel, de prijs uitgereikt door de Zweedse koning in Stockholm.