22 maanden cel geëist tegen ex-PVV'er Heemels

Het Openbaar Ministerie eist 22 maanden celstraf tegen ex-PVV'er Michael Heemels wegens verduistering. Ook moet hij een bedrag van bijna 180.000 euro terugbetalen aan de PVV.

De 36-jarige man uit Herkenbosch zou dat bedrag hebben gestolen uit de partijkas van de PVV in Limburg toen hij daar penningmeester was. Door die functie kon hij het geld vrijwel onopgemerkt achterover drukken. Ook maakte hij valse facturen om ontdekking te voorkomen.

Heemels zelf zegt dat het bedrag fors lager ligt: hij heeft het over 140.000 euro. Maar volgens de advocaat van de PVV kan Heemels dit niet bewijzen.

1Limburg schrijft dat Heemels met het verduisterde geld zijn drank- en drugsverslaving betaalde. Volgens het OM ging twee derde van het geld op aan luxe spullen en dure reizen, de rest mogelijk aan drugs.

Toenmalig fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Limburg Heemels verduisterde het geld tussen 2012 en 2016. De PVV ontdekte in 2016 onregelmatigheden in de kas. Daarop trad Heemels af als Statenlid en bekende hij de fraude deels.

Toerekeningsvatbaar

De officier van justitie vond een gevangenisstraf op z'n plek. Hij stelde dat met slechts een taakstraf een verkeerd signaal wordt gegeven aan de maatschappij. Om dezelfde reden zou Heemels het hele bedrag moeten terugbetalen.

Heemels was lange tijd boegbeeld van de PVV in Limburg en woordvoerder van PVV-leider Geert Wilders. Naar eigen zeggen begon zijn alcohol- en drugsverslaving in 2012 als gevolg van de stress van het harde werken voor de partij.

Uit een psychiatrisch rapport blijkt dat Heemels volledig toerekeningsvatbaar was in de periode waarin hij het geld achterover drukte. Hij heeft geen persoonlijkheidsstoornis, maar is wel "zeer verslavingsgevoelig".

Spijt

Heemels zegt geschrokken te zijn van de eis van het OM. Ook betuigde hij zijn spijt "aan iedereen". Zijn advocaat pleitte voor een taakstraf. Zo zou hij verder kunnen met zijn leven en weer beginnen met werken om zijn schuld aan de PVV af te betalen.

De rechtbank doet uitspraak op 3 oktober.