Wat doe ik hier eigenlijk, dacht hulpverlener Nils in Myanmar
Het was drie uur 's nachts toen Nils Den Tex wakker schrok door geweerschoten. Achter zijn hostel vielen Rohingya-rebellen een politiepost aan. "Het was een hevige schietpartij, die uren duurde. Vijf agenten werden gedood."
De Nederlander doet zijn verhaal per telefoon vanuit Thailand. Na tien maanden hulpverlening in de conflictregio Rakhine in Myanmar, namens hulporganisatie Malteser International, moest hij vertrekken.
Myanmar voert een militaire campagne in de deelstaat, als reactie op een reeks aanslagen door gewapende Rohingya. Vluchtelingen spreken van martelingen en executies door regeringssoldaten. Het gebied is amper meer bereikbaar voor ngo's. De regering heeft alle VN-hulp in het getroffen gebied stopgezet, schrijft de Britse krant The Guardian.
Verdwaalde kogels
Den Tex maakte de escalatie van het conflict, eind augustus, van dichtbij mee. Vanuit zijn bed hoorde hij toen de gevechten tussen het Arakan Rohingya Bevrijdingsleger en de politie. "Ik kreeg te horen dat ik beter in de gang van het hostel kon slapen." De slaapkamer was te gevaarlijk vanwege de kans op inslaande, verdwaalde kogels.
De volgende dag verschansten hij en het team van Malteser-artsen zich in het kantoor van de hulporganisatie. Dat stond tegenover een ziekenhuis en was dus iets veiliger. Maar ook confronterend. "We zagen hoe het lichaam van een dode vrouw het ziekenhuis in werd gedragen. Dat was heel heftig."
Bij het geweld tussen rebellen en het regeringsleger zijn zeker honderden doden gevallen. Het leger neemt wraak op de Rohingya; duizenden huizen zijn platgebrand. Ook in Den Tex' team zaten medewerkers die horen bij het Rohingya-volk. "Het ziet er niet goed uit. Een paar hebben per sms gezegd dat ze gevlucht zijn. Van de anderen hebben we geen respons."
De Nederlander ziet de toekomst voor de moslimminderheid in Myanmar somber in. Terwijl hij eind vorig jaar nog hoopvol begon met het hulpprogramma. "Ik dacht dat de komst van Nobelprijswinnares Aung Sung Suu Kyi de situatie zou verbeteren. Dat ze zou proberen de partijen nader tot elkaar te krijgen. Helaas heb ik daar niets van gemerkt."
Sterker nog: hij heeft naar eigen zeggen nog nooit zo slecht zijn werk kunnen doen. De "rompslomp voor een vergunning" was zo erg, dat het zeven maanden duurde voordat hij eindelijk de klinieken in het gebied mocht bezoeken. "Daarvoor kon ik alleen maar vanuit het kantoor werken."
De houding van de lokale, niet-Rohingya-bevolking in Rakhine hielp niet mee. "In hun ogen werken hulporganisaties alleen maar in het belang van de moslims. Op Facebook staan allerlei posts dat we maar beter kunnen vertrekken."
De Nederlander voelde zich daardoor ongewenst, voor het eerst in zijn dertig jaar als hulpverlener. "Normaal zijn we altijd welkom, maar hier helemaal niet. Ik vroeg mezelf soms af: wat doe ik hier eigenlijk."
Hij was gekomen om structurele hulp te bieden op het gebied van zorg, voeding en sanitaire voorzieningen. Het resultaat van het project lijkt nu weggevaagd. De kans op een nieuwe reisvergunning is voorlopig miniem. "Maar zelfs als ik die zou krijgen, dan ga ik nog niet terug. Het is nu te gevaarlijk."