Niemand wil ze hebben: de Rohingya. Binnen een week zijn 18.000 Rohingya uit Myanmar de grens met Bangladesh over gevlucht.
De Rohingya zijn moslims die vooral in de Myanmarese deelstaat Rakhine wonen. Generaties lang al. Maar ze worden niet door Myanmar erkend: ze hebben geen identiteitspapieren, kunnen daardoor niet studeren, niet werken, niet vrij reizen. "Het buitenland noemt het ook wel een soort apartheid", zegt correspondent Michel Maas.
VN-waarnemers hebben met gevluchte Rohingya gesproken, die vertellen dat ze verkracht, gemarteld en vermoord worden. Hele dorpen worden platgebrand. In een rapport schreef de organisatie dat er "waarschijnlijk misdaden tegen de menselijkheid zijn gepleegd".
Myanmar ontkent dat. Wat er precies gebeurt en op welke schaal is moeilijk te checken, want journalisten kunnen het gebied niet in. En Myanmar laat VN-waarnemers het land niet in om te controleren.
Genocide?
De premier van Maleisië heeft al gezegd dat het om genocide gaat. En sommige mensenrechtenorganisaties zijn bang dat het genocide wórdt. Volgens Maas is daar op dit moment geen sprake van. "Er is geen doelbewuste volkerenmoord. Het leger is wel bezig ze gewelddadig het land uit te verdrijven, waarbij doden vallen."
De definitie van genocide is de opzettelijke uitroeiing van een etnische groep. Maar zolang de Rohingya de grens over zijn, is het Myanmar om het even, ze willen de mensen gewoon kwijt. Myanmar zelf geeft een andere uitleg aan het geweld: volgens leider Aung San Suu Kyi en het leger worden dorpen juist platgebrand door de Rohingya-rebellen en is het leger juist terreur aan het bestrijden.
Volgens hoogleraar Johannes ten Houwink ten Cate zijn politieke leiders voorzichtig om gebeurtenissen als genocide te bestempelen. Het is namelijk moeilijk te bewijzen dat iemand ook echt opdracht heeft gegeven tot volkerenmoord.
"Leiders zeggen vaak mondeling tegen een generaal 'ruim ze maar op', maar het staat bijna nooit op papier."
Ook het morele aspect speelt een rol. "Want als een politiek leider iets genocide noemt, dan zegt-ie eigenlijk ook tegen zichzelf: we moeten militair ingrijpen om dit te stoppen. Maar dat gaat vaak een stap te ver voor ze, want je moet dan ook echt zeker weten dat je die oorlog gaat winnen."
Voor Amnesty International is de definitie van genocide overigens minder van belang. "Want massale moorden zijn grove schendingen van mensenrechten, ook als een genocidale opzet niet bewezen kan worden", staat op hun website.
Het probleem met de Rohingya speelt eigenlijk al sinds Myanmar onafhankelijk werd in 1948. Na een militaire coup in 1962 was het een beetje weggestopt, omdat alle bevolkingsgroepen het moeilijk hadden. In 1982 verloren de Rohingya hun nationaliteit, door een omstreden wet. Sinds de jaren 90 zijn al zo'n 400.000 Rohingya naar Bangladesh gevlucht.
In 2012 was er een uitbarsting van geweld. Er waren vrije verkiezingen, waardoor de Rohingya een politiek item werden. Veel partijen vonden dat ze weg moesten, en niets in Myanmar te zoeken hadden. "Toen zijn hele meutes boeddhisten hun Rohingya-buren gaan aanvallen", zegt Maas. "Daar vielen ook veel doden bij."
Als Aung San Suu Kyi het woord Rohingya durft te gebruiken, krijgt ze iedereen over zich heen.
Myanmarezen beschouwen Rohingya niet als Myanmarezen. "Je noemt ze Bengali, illegalen uit Bangladesh. Het is een etnisch iets, boeddhisten kijken enorm op de Rohingya neer; ze zijn niet eens tweederangsburgers", zegt Maas.
"Leider Aung San Suu Kyi zit tussen twee vuren: ze weet dat het Westen dit eigenlijk niet oké vindt, maar ze doet mee met het leger van Myanmar. Zelf erkent ze de Rohingya ook niet. Als ze het woord Rohingya durft te gebruiken, krijgt ze iedereen over zich heen."
Veel van hen vluchten dus naar Bangladesh, maar dat land wil ze ook niet hebben. "En India heeft net aangekondigd dat ze een grote groep Rohingya weg willen hebben. Ook in Thailand worden Rohingya opgepakt en als een soort slaven ingezet. Of ze worden verkocht aan koppelbazen in Maleisië, die ze op het land inzetten. Ze worden alleen erkend door hardcore moslimgroepen."
Intussen wordt de situatie steeds gevaarlijker. De voorzitter van de VN-commissie die Myanmar onderzocht, Kofi Annan, waarschuwde donderdag nog voor mogelijke radicalisering onder Rohingya. "En vrijdag vielen rebellen dertig politieposten en een legerbasis aan", zegt Maas. "Waardoor Annan min of meer gelijk kreeg."
"Bij elke aanval stelen ze wapens. Ze hebben nu ook een leider en meer leden dan ooit, ze zijn ook mannen aan het ronselen. Het lijkt erop dat het een steeds groter gevaar wordt."