NOS NieuwsAangepast

'Burgerspionnen' zijn vloek én zegen voor inlichtingendiensten

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

  • Paulus Houthuijs

    redacteur Online

Iedereen met een computer of smartphone kan tegenwoordig detective spelen. Neem de zaak van Jimmy F., de 22-jarige student die volgens internetvrienden infiltreerde in chatkanalen van terreurgroep IS. F. zit sinds ruim een week vast in verband met de terreurdreiging bij een concert in Rotterdam.

Of dat verhaal waar is, moet nog blijken. Wel duidelijk is dat de groeiende mogelijkheden voor hobbyspeurneuzen de opsporings- en inlichtingendiensten voor een dilemma plaatsen. Hulp van amateurs kan resultaat opleveren, maar is niet zonder gevaar voor de burger, de verdachte én lopende onderzoeken.

Dwarsbomen

Stel dat een inlichtingendienst bewust iemand al lange tijd in de gaten houdt. Een undercoveroperatie die zorgvuldig is opgezet om een groep terroristen te arresteren. "En dan komt er een amateurspion die de hele operatie dwarsboomt", zegt veiligheids- en terrorismedeskundige Jelle van Buuren.

Hoe goed bedoelingen ook mogen zijn, 'gewone' burgers missen kennis en training. Dat is volgens Van Buuren riskant als je het complexe "spiegelpaleis" van de inlichtingenwereld betreedt.

Het is haast onmogelijk te zeggen hoe vaak Nederlanders proberen te infiltreren bij terreurnetwerken. De identiteit van Telegram-gebruikers valt niet te achterhalen. Het Openbaar Ministerie en de AIVD kunnen desgevraagd geen statistieken geven.

Toch lijkt het volgens Van Buuren onderdeel van een brede, culturele trend. De technologie wordt steeds beter en steeds goedkoper. "Tegenwoordig kan je op je computer aan haarscherpe satellietbeelden komen, die vroeger alleen in de handen van staten waren." Allemaal ontwikkelingen die online speurwerk steeds gemakkelijker maken.

Dat onderschrijft ook Christiaan Triebert van online onderzoekscollectief Bellingcat. Aan de hand van openbare bronnen, zoals satellietbeelden en social media, droeg de groep bijvoorbeeld bij aan het MH17-onderzoek. Niet iedereen was daar volgens de Nederlander gelijk enthousiast over. "Want waarom zou zo'n groep de toedracht moeten onderzoeken als de politie dat ook al doet? Die houding is later wel bijgesteld", zegt Triebert. Het Joint Investigation Team (JIT), dat het officiële onderzoek deed, bevestigde de conclusies van Bellingcat.

Het is wel prettig om te weten wie de burgerinformanten zijn.

Jelle van Buuren

Maar volgens Triebert stelt Bellingcat een duidelijke grens hoever het speurwerk mag gaan. De vuistregel: iedereen met een internetverbinding moet het kunnen checken. "Dat staat haaks op anoniem contact aangaan met mensen op chatkanalen. Bovendien breng je daarmee vooral jezelf in gevaar."

Desondanks denkt hij dat de politie steeds vaker de hulp van burgers inschakelt. Zo zette Europol in juni fragmenten van kinderporno (zonder slachtoffers in beeld) online om te achterhalen waar het was gebeurd. Het succes van de actie ziet Triebert als bewijs dat burgers een grote bijdrage kunnen leveren in de strijd tegen misdaad.

Burgerspion

Maar het wordt gevaarlijker zodra burgerdetectives zich direct met een zaak gaan bemoeien. Hoe nobel hun motieven ook kunnen zijn, emoties kunnen feiten ondergeschikt maken. "Ook bescherming van de verdachten is een pijler van de rechtstaat", zegt Van Buuren. "Je kunt je afvragen of amateurspeurders dat ook weten."

Het hangt er dus maar van af hoe verantwoord een burgerspion handelt. Vrijwilligers die informatie doorspelen aan de AIVD zijn immers niets nieuws. Het kan zelfs de doorslag geven in een vastgelopen onderzoek. "Maar dan is het wel prettig om te weten wie de burgerinformanten zijn", zegt Van Buuren lachend. "Om ongelukken te voorkomen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl