Politici willen even niets doen voor leraar met hoge werkdruk
De Tweede Kamer stelt nu geen extra geld ter beschikking om de werkdruk onder leraren op basisscholen te verlichten. VVD, CDA, D66 en GroenLinks proberen een kabinet te formeren en daarom zeggen deze partijen dat ze niets kunnen doen, bleek vandaag tijdens het debat over de werkdruk in het basisonderwijs.
Een plan van de SP om nu tussen de 400 en 500 miljoen euro uit te trekken voor het afschaffen van de allerlaagste salarisschaal in het basisonderwijs, werd door geen enkele grote partij gesteund. "We kunnen niet praten over geld, want de formatie loopt", zei VVD-Kamerlid Bente Becker. "We kunnen nu niets voor deze mensen betekenen", erkende ook Paul van Meenen van D66.
Honderden leraren van basisscholen waren naar de Tweede Kamer gekomen en hoorden vanaf de publieke tribune begripvolle woorden van veel Kamerfracties. Veel partijen erkennen dat er iets gedaan moet worden aan overvolle klassen, te lage salarissen en administratieve rompslomp.
Boekhouding
Uit onderzoek van de NOS en de regionale omroepen blijkt dat de werkdruk niet zozeer komt door te grote klassen of lastige leerlingen. Het is vooral de administratieve werklast die opbreekt. Leerkrachten zijn gemiddeld zes uur per week aan overwerk kwijt om de complete boekhouding in te vullen. Het gaat dan om leerlingvolgsystemen, overdrachten, evaluaties en toetsmappen.
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs heeft wel een plan om leraren snel te verlossen van de administratieve rompslomp. Hij adviseert leraren onmiddellijk te stoppen met allerlei regels, zoals overdrachtsdossiers en groepsplannen. "Het is idioot en niet verplicht." Leraren moeten geen "boekwerken" schrijven. "Eén A-viertje kost maar twee minuten tijd", zei Dekker tot grote irritatie van de publieke tribune.
Ook Dekkers opmerking dat hij weinig voelt voor het gelijktrekken van de salarissen van leraren in het basis- en voortgezet onderwijs omdat "een klas vol pubers zwaarder is dan eentje met basisschoolleerlingen" kon op weinig bijval rekenen. De Kamervoorzitter moest de leraren vragen stil te zijn.
De Tweede Kamer ziet niets in een onderzoek naar de uitgaven van basisscholen, zoals de PO-Raad vandaag heeft voorgesteld.