Zes hulpverleners gedood in Zuid-Sudan
In een hinderlaag in Zuid-Sudan zijn gisteren zes hulpverleners gedood, heeft de VN bekendgemaakt. De hulpverleners waren vanuit de hoofdstad Juba onderweg naar het stadje Pibor. De VN kan nog niet zeggen welke nationaliteit de slachtoffers hebben of van welke organisatie ze waren.
Dirk-Jan Omtzigt, van de VN in de regio, zegt dat ook onbekend is wie verantwoordelijk zijn voor de aanval. De VN wil het incident onderzoeken. "We zijn ziedend van woede en heel bedroefd", zegt hij, "Dit zal hulporganisaties dwingen te heroverwegen of ze hun activiteiten in Zuid-Sudan nog kunnen uitvoeren. Zuid-Sudan is het gevaarlijkste land ter wereld voor hulpverleners".
Aanvallen
Het is al de derde keer deze maand dat hulpverleners in Zuid-Sudan worden aangevallen. Op 10 maart werden hulpverleners gevangengenomen door gewapende strijders, die hen vier dagen later weer vrij lieten. Op 14 maart werd een konvooi aangevallen dat onderweg was om een cholera-uitbraak te bestrijden. Daarbij kwamen een hulpverlener en een patiënt om het leven.
Sinds het begin van de Zuid-Sudanese burgeroorlog in 2013 zijn al 79 hulpverleners gedood, van wie twaalf dit jaar. De aanslag komt een dag nadat de Zuid-Sudanese regering, onder druk van buurlanden, een eenzijdige wapenstilstand afkondigde en strijders die geweld afzweren amnestie beloofde. Dat werden direct verworpen door de oppositie, die geen enkel vertrouwen heeft in beloftes van de regering.
Uithongeren
Deskundigen zeggen tegen het Amerikaanse persbureau AP dat de regering van Zuid-Sudan vaker wapenstilstanden afkondigt en amnestie toezegt om haar imago te verbeteren. Ook zou de regering welbewust hongersnood bevorderen in gebieden waar de oppositie sterk is.
Andere Oost-Afrikaanse landen zijn er niet in geslaagd om het conflict op te lossen. Volgens een rapport van de VN worden er via Sudan en Uganda nog steeds wapens het land binnen gesmokkeld. Een vredesverdrag uit 2015 heeft geen einde aan de gevechten gemaakt.
Bij de burgeroorlog zijn mogelijk al 300.000 doden gevallen. Volgens het Rode Kruis zijn 3,3 miljoen mensen op de vlucht geslagen. Bijna 5 miljoen mensen hebben dringend voedselhulp nodig.