'Niet Nederland, maar Turkije schond recht'
De Turkse overheid schond een belangrijke regel in het internationaal recht door het bezoek van minister Kaya van Familiezaken aan Nederland door te zetten. Dat zegt Marieke de Hoon, universitair docent Volkenrecht aan de VU Amsterdam.
Volgens De Hoon zou Nederland het juridische argument kunnen aanvoeren dat Turkije zich bemoeide met interne Nederlandse aangelegenheden. Dat is een schending van het zogenoemde non-interventiebeginsel, dat inhoudt dat staten baas zijn in eigen land.
Een Turkse minister van Familiezaken hoeft echt niet per se naar Nederland te komen, laat staan om een pro-Erdogan-campagne te voeren.
"Nederland heeft duidelijk gezegd: wij stellen voorwaarden omdat we vrezen voor de openbare orde en veiligheid. Als Turkije vervolgens een minister de grens overbrengt om een politieke speech te houden die die openbare orde in gevaar brengt, dan is dat mogelijk een schending van dat non-interventiebeginsel", zegt De Hoon.
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken zei vanmiddag dat Nederland in zijn recht stond door Kaya de deur te wijzen. Dat vindt De Hoon ook. De manier waarop Kaya naar de grens is begeleid, is wat haar betreft proportioneel.
Zij zegt dat ook de status van Kaya meespeelt. "Het staatshoofd heeft immuniteit, maar een minister van Familiezaken hoeft echt niet per se naar Nederland te komen, laat staan om een pro-Erdogan-campagne te voeren."
Dit was eigenlijk het diplomatieke 'pleur op' van premier Rutte.
"Pure provocatie", noemt diplomatiek deskundige Robert van de Roer de keuze van de Turkse minister om toch naar Rotterdam af te reizen, ondanks het Nederlandse verzoek dat niet te doen. Hij vindt het goed dat de regering voet bij stuk heeft gehouden en de Turkse minister Kaya heeft uitgezet.
"Nadat Turkije had gedreigd met politieke en economische sancties, kon Nederland eigenlijk niet anders dan zeggen: dit accepteren we niet", zegt Van de Roer. "Dit was het diplomatieke 'pleur op' van premier Rutte." Dat de protesten in Rotterdam kleinschalig zijn gebleven, is volgens hem het bewijs dat het kabinet dit op een juiste manier heeft aangepakt.
Wilders
Oud-Europarlementariër, publicist en Turkije-kenner Joost Lagendijk is het daar niet mee eens. Als Nederland de Turkse minister gewoon had laten spreken op een campagnebijeenkomst, dan was de situatie nooit zo uit de hand gelopen, zei hij gisteravond in Nieuwsuur. Hij vindt dat de diplomatieke rel "absurde proporties" heeft aangenomen.
Volgens Lagendijk kan de reactie van het kabinet niet los worden gezien van de verkiezingen van volgende week. "Alle politieke partijen zijn bang dat Geert Wilders hier een slaatje uit slaat", zei hij. "Geen enkele politieke partij wil slap lijken tegenover de Turkse president Erdogan. Daardoor liggen we nu in de loopgraven."
Er komt waarschijnlijk nog meer uit de koker van president Erdogan.
De situatie was overigens ingewikkelder geweest als de minister van Familiezaken het Turkse consulaat wél was binnengekomen, zegt De Hoon. Dat komt doordat het consulaat in principe onschendbaar is: de Nederlandse overheid mag daar niet handhavend optreden.
De Hoon: "Nederland had die onschendbaarheid wel kunnen opheffen door aan te voeren dat de Turkse overheid het diplomatieke verdrag heeft geschonden door misleiding. Maar het zou de situatie aanzienlijk hebben bemoeilijkt."
Van de Roer verwacht dat de banden tussen Turkije en Nederland de komende weken verder op de proef worden gesteld. "Er komt waarschijnlijk nog meer uit de koker van Erdogan", zegt hij. "Dan is het van belang dat we rustig blijven en onze eigen normen en waarden hoog houden."