'Aanslagpleger Berlijn was drugsgebruiker en dealer'
Anis Amri, de terrorist die op 19 december de aanslag in Berlijn pleegde, gebruikte xtc en cocaïne en dealde drugs. Dat schrijft de krant Welt am Sonntag op basis van een tussenrapportage over het onderzoek, die morgen in de Bondsdag wordt besproken.
Uit dat bericht blijkt volgens de krant dat Amri zich ook in zijn geboorteland Tunesië aan drugsdelicten had schuldig gemaakt. De onderzoekers vragen zich nu af of hij op het moment dat hij met een truck op bezoekers van een kerstmarkt inreed ook drugs had gebruikt.
In de maanden voor de aanslag zou hij vaak naar België zijn gereisd. Wie hij daar ontmoette, is onduidelijk. Zo'n 400 rechercheurs doen daar onderzoek naar, maar dat verloopt moeizaam, blijkt uit de tussenrapportage. Het mobieltje van Amri bevat maar twee opgeslagen nummers.
De leden van de Bondsdag beslissen deze week hoe het onderzoek naar het functioneren van overheidsdiensten in de zaak-Amri moet worden onderzocht: door een parlementaire onderzoekscommissie of een onafhankelijke onderzoeker.
De regeringspartij SPD geeft de voorkeur aan een onderzoeker, omdat die sneller te werk kan gaan. "Dan kunnen we veiligheidsrisico's die aan het licht komen snel wegnemen", zei fractievoorzitter Thomas Oppermann. Maar hij sluit ook een parlementair onderzoek niet uit, hoewel het maanden kan duren voordat dat is afgerond.
De CDU ziet meer in een onderzoekscommissie, ook omdat het parlement dan lopende het onderzoek op de hoogte blijft van de vorderingen.
Informant
De Bondsdag-fractie van Die Linke wil opheldering over de vraag of Amri als informant voor inlichtingendiensten werkte. "Er zijn veel aanwijzingen dat er iets niet klopt", zei de vicefractievoorzitter tegen Bild am Sonntag. "We moeten weten of de diensten vooraf informatie hebben gehad." Welke aanwijzingen Die Linke heeft, is niet duidelijk.
Amri werd 23 december doodgeschoten in Milaan. Hij trok zijn wapen toen twee agenten hem naar zijn papieren vroegen.