Gemeenten zeggen toch niet uit te komen met budget jeugdzorg
Meer dan de helft van de gemeenten zegt dit jaar en komend jaar geld tekort te komen voor hulp aan kinderen en jongeren. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS en het blad Binnenlands Bestuur onder 215 gemeenten. De bevinding is opmerkelijk omdat het CBS eerder meldde dat gemeenten 1,2 miljard aan zorggeld op de plank houden.
Ruim 57 procent van de gemeenten heeft dit jaar niet genoeg aan zijn jeugdhulpbudget. Iets meer gemeenten, 61 procent, zeggen volgend jaar niet uit te komen met het geld. Daarbij zijn ook gemeenten die vorig jaar nog tonnen tot miljoenen overhielden op zorgtaken, zoals onlangs bekend werd.
Een groot deel van dat overschot is dit jaar en volgend jaar ingezet om bijvoorbeeld tekorten op jeugdhulp op te vangen. Van alle ondervraagde gemeenten denkt maar 6 procent uit te komen met het zorgbudget dat ze van het Rijk krijgen.
Geld mag geen reden zijn om kinderen zorg te weigeren. Maar de tekorten op jeugdzorg leiden volgens verschillende gemeenten wel tot moeilijke keuzes en discussies, die gevolgen hebben voor hun inwoners. Bijvoorbeeld over de hoogte van tarieven, over de vraag welke zorg strikt noodzakelijk is en over de toelaatbaarheid van wachtlijsten.
Gemeenten passen zelf geld bij, wat betekent dat er op andere posten moet worden bezuinigd.
Een van de oorzaken voor de stijgende uitgaven is dat het aantal kinderen en jongeren dat hulp krijgt van hun gemeente toeneemt. Die groei is bijvoorbeeld goed te zien in cijfers over de regio Haaglanden. Daar stijgt de vraag naar jeugdzorg gemiddeld met 22 procent, met zelfs een uitschieter van 54 procent in de gemeente Midden-Delfland.
Ook in de cijfers van de organisatie die de inkoop van jeugdhulp doet in Zeeland, is die trend zichtbaar. Er is daar een 'forse instroom' van nieuwe zorgvragers. ZorgLokaal, dat voor twintig gemeenten de zorgadministratie doet, spreekt ook van een groei in het aantal unieke hulpvragen.
Deense boeggolf
Gemeenten zeggen dat de stijging van de uitgaven vooral komt doordat ze vaker in een vroeg stadium 'achter de voordeur' komen. Ze hopen dat door problemen vroeg te signaleren en snel in te grijpen op langere termijn juist kosten bespaard worden. De verwachting is dan ook dat de groei tijdelijk is en op den duur stabiliseert.
De stijging wordt door de gemeenten zelf 'de Deense boeggolf' genoemd. In Denemarken gingen eerder ook veel zorgtaken over naar de gemeenten en dat leidde tot een tijdelijke piek in de vraag naar zorg.
Bezuinigingen
Gemeenten zeggen dat ze naast een stijgende hulpvraag ook te lijden hebben onder bezuinigingen. Het bedrag dat gemeenten van de rijksoverheid krijgen voor jeugdzorg, daalt van ongeveer 3,75 miljard in 2015 tot ongeveer 3,5 miljard in 2017.
De gemeenten zien verder een deel van de zorg ook zwaarder en dus duurder worden. Er is vaak eerst lichte zorg ingezet, waar later toch zwaardere zorg nodig bleek. Ook kunnen verhuizingen plots tot andere uitgaven leiden. Als er bijvoorbeeld ineens gezinnen bijkomen die zware jeugdzorg nodig hebben, kan dat een gemeente tonnen schelen per jaar.
Staatssecretaris Van Rijn zei recent dat hij ervan uitgaat dat geld geen issue meer is in gesprekken met gemeenten. Aanleiding was de berekening van het CBS dat de gemeenten vorig jaar 1,2 miljard over hadden op het budget voor jeugdzorg. Maar volgens gemeenten kloppen die CBS-cijfers niet.
In de enquête zegt het merendeel vorig jaar wel geld te hebben overgehouden, maar niet zo veel als het CBS zegt. Volgens de gemeenten rekent het CBS niet alle kosten mee.
Chaos
Gemeenten wijzen erop dat de jeugdzorg-administratie een chaos is. Er staan veel declaraties uit die nog niet zijn betaald, in sommige regio's voor miljoenen. En het is lastig voor gemeenten te weten voor welke kinderen ze nog een rekening kunnen verwachten.
Een aantal gemeenten, zoals Leeuwarden, is ook kritisch over de manier waarop het Rijk het geld voor jeugdzorg verdeelt onder alle gemeenten. Die verdeling zou soms niet kloppen met de werkelijke hulpvraag.