Woede en machteloosheid om nieuwe doden in Aleppo
Bij een nieuw offensief op het oostelijke deel van de Syrische stad Aleppo zijn zeker zeventig mensen om het leven gekomen, zeggen verschillende bronnen. De afgelopen dagen hebben het regeringsleger en Rusland hun bombardementen opgevoerd op dit deel van de stad, dat nog in handen is van rebellen. Het westelijke deel is in handen van de regering.
Het Syrische leger zou de luchtaanvallen op Oost-Aleppo verhevigen om dat deel van de stad op korte termijn met grondtroepen te kunnen innemen. Een bron bij het Syrische leger zei tegen het Franse persbureau AFP dat het tijdstip waarop zo'n grondoperatie begint afhankelijk is van de resultaten van de bombardementen en de situatie op de grond.
Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten, een groep die vanuit Engeland de situatie in Syrië probeert in kaart te brengen, zijn in twee dagen tijd zo'n 130 luchtaanvallen uitgevoerd op Aleppo.
Activisten melden ook dat het regeringsleger en de Russen allerlei soorten explosieven uit helikopters en gevechtsvliegtuigen hebben gegooid: zowel fosfor- en clusterbommen als vatbommen. Daarbij zouden ook twee watervoorzieningen zijn geraakt.
Slachtoffers
De bombardementen hebben hun uitwerking niet gemist. Er komen beelden naar buiten van volwassenen en kinderen die vastzitten in het puin van de tientallen gebouwen die zijn geraakt. BBC-correspondent James Longman heeft via Twitter een foto verspreid van een omgekomen moeder die haar baby vasthoudt. Naast haar ligt een overleden jongetje.
De nog overgebleven ziekenhuizen en veldhospitalen in Oost-Aleppo puilen uit met gewonden, maar vaak lukt het niet eens om de mensen daar te krijgen.
Bij de luchtaanvallen zijn ook drie van de vier centra geraakt van de Witte Helmen, een organisatie van vrijwilligers die te hulp schieten na een bombardement. Ze helpen mensen onder puin vandaan te halen en proberen hen naar medische posten of ziekenhuizen te krijgen. Bij de bombardementen zijn ook ambulances en brandweerwagens van de Witte Helmen vernietigd.
De situatie in het oosten van Aleppo wordt steeds hopelozer voor de naar schatting 250.000 inwoners die er nog zijn achtergebleven. Er zijn nauwelijks nog medische voorzieningen en het voedsel raakt op. De aanvoer van hulpgoederen is tot nu toe mislukt. De VS beschuldigt Rusland en Syrië ervan dat ze eerder deze week een hulpkonvooi hebben aangevallen, net buiten de stad. De Verenigde Naties beschouwen dit als een mogelijke oorlogsmisdaad.
Trofee
Aleppo is voor de Syrische president Assad een belangrijke trofee. Herovering van de stad zou betekenen dat hij zijn machtsbasis in het noorden heeft uitgebreid en de oppositiegroepen beroofd van een van hun laatste bolwerken.
Militairen hebben opnieuw de inwoners van het belegerde stadsdeel opgeroepen om naar de checkpoints te komen van het Syrische leger. Van daaruit krijgen ze, volgens de aankondiging, begeleiding naar een veilig gebied.
Diplomatieke oplossing ver weg
Op korte termijn is er geen diplomatieke doorbraak te verwachten. De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken heeft laten weten dat er vandaag bij de VN in New York geen overeenkomst of beslissing komt over Syrië. Het belangrijkste obstakel is volgens hem de positie van de Verenigde Staten. De Amerikaanse minister Kerry heeft van de Russen en het Syrische leger geëist dat de bombardementen stoppen.
- Amerikanen houden Rusland verantwoordelijk voor aanval op hulpkonvooi
- VN: oproep om aanval op hulpkonvooi te staken genegeerd
- Hulpkonvooi in Syrië aangevallen, VN-gezant woedend
- Syrië begint offensief in Aleppo nu internationale diplomatie faalt
- VS wil vliegverbod boven Noord-Syrië
- Russen en Syriërs over bombarderen konvooi: wij waren het niet