Dijsselbloem: Nederland kwam van ver, maar heeft zich opgericht

Nederland heeft zich weer opgericht, maar we kwamen van ver. Dat zei minister Dijsselbloem bij het aanbieden van de Miljoenennota aan de Tweede Kamer. Dijsselbloem benadrukte dat het kabinet met veel moeilijkheden te kampen heeft gehad. Hij verwees daarbij onder meer naar de gevolgen van de internationale economische crisis en de noodzakelijke steun voor de bankensector. Aanvankelijk versprak Dijsselbloem zich en had hij het over de uit de "kloten gegroeide bankensector".

Volgens de minister van Financiën is de begroting geleidelijk op orde gebracht en zijn de zwaktes in de economie aangepakt.

Hij zei dat Nederland er veel beter voorstaat dan wanneer het "met de Franse slag" was gegaan. Dat was een verwijzing naar andere landen, die volgens Dijsselbloem niet genoeg doen.

Koopkracht

Uit de cijfers van het kabinet op Prinsjesdag blijkt dat de koopkracht van de meeste mensen volgend jaar stijgt, maar een op de tien levert in.

Door de bank genomen komen de verschillende inkomensgroepen één procent in de plus. Volgens het kabinet gaat ruim 90 procent van de mensen erop vooruit. 78 procent van de ouderen en 95 procent van de werkenden en mensen met een uitkering krijgt er iets bij.

De percentages van de stijging lopen uiteen per groep. Zo gaan bijvoorbeeld alleenverdieners met kinderen en een inkomen van zo'n 73.000 euro er 0,1 procent op vooruit, alleenstaanden met een minimumloon 1,2 procent. Vooral ouderen met een relatief hoog pensioen gaan erop achteruit.

Werkloosheid

Volgens het Centraal Planbureau groeit de economie volgend jaar met 1,7 procent, het aantal werklozen komt in 2017 naar verwachting uit op 555.000.

De bewindslieden benadrukken dat het werkloosheidspercentage het laagst is sinds het aantreden van het kabinet, maar dat er toch nog te veel mensen geen baan hebben. Het CPB gaat uit van een begrotingstekort volgend jaar van 0,5 procent en de staatsschuld daalt naar 62 procent.

De inflatie zou uitkomen op 0,5 procent. Dijsselbloem zei dat zonder verdere ingrepen de AOW in de toekomst welvaartsvast kan blijven en dat de zorg kan worden betaald. Volgens hem moet er wel meer aandacht komen voor "investeren in nieuwe kansen". Het kabinet komt nog deze regeerperiode met een plan voor een nieuwe instelling om investeringen beter te ondersteunen.

1,5 miljard

Het kabinet trekt volgend jaar zo’n 1,5 miljard euro extra uit voor onder meer veiligheid, justitie, onderwijs, defensie en zorg en nog eens 1,1 miljard voor verbetering van de koopkracht. Dat laatste gebeurt omdat ouderen en mensen met een uitkering anders achter zouden blijven.

Van de 450 miljoen extra voor het ministerie van Veiligheid en Justitie gaat een groot deel naar de politie, maar ook bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie, de rechtspraak en inlichtingen- en veiligheidsdiensten profiteren ervan. Het extra geld voor het minsterie van Defensie is onder meer bedoeld om materieel aan te vullen en extra personeel aan te trekken.

Armoede

Een bezuiniging op de langdurige zorg wordt geschrapt. Ook gaat er extra geld naar armoedebestrijding. Dat is bijvoorbeeld bedoeld om schoolspullen en sportkleding te kopen voor kinderen die in armoede leven.

Verder krijgen meer mbo’ers een tegemoetkoming in de kosten voor hun leermiddelen. Voor werkende ouders wordt de kinderopvang goedkoper. Ook wordt er meer uitgetrokken voor partners van chronisch zieken. Alleenverdieners met een chronisch zieke partner merken daar het meeste van. Gezinnen met een laag inkomen krijgen meer te besteden door een hogere zorg- en huurtoeslag.

42.000 asielzoekers

Justitie houdt volgend jaar rekening met de komst van 42.000 asielzoekers. Dit jaar werd nog gerekend met een aantal van 58.000. Er gaat meer geld naar onderwijs aan kinderen van asielzoekers.

Het eigen risico blijft volgend jaar 385 euro. Het kabinet gaat ervan uit dat de premie voor ziektekosten stijgt naar zo’n 103 euro per maand.