Twintig jaar na Srebrenica: 'Je rook de doodsangst'
"Rustig in mijn hoofd wordt het nooit", zegt Anne Mulder. Wat de oud-Dutchbatter en huidig Kamerlid voor de VVD meemaakte in Srebrenica, beïnvloedt zijn leven tot op de dag van vandaag.
Met name het gevoel van machteloosheid is wat hem na twintig jaar nog steeds bijstaat. "Ook het beeld van de Bosnische Serviërs die de stad plunderden nadat de enclave was gevallen. Daar stond ik met mijn blauwhelm en uzi. Ik kon niets doen. Je wordt gewoon vernederd."
"Vrouwen en kinderen komen op je af en kijken je aan met een blik die zegt: help me. Maar je kunt niets doen, behalve ze snel naar de compound brengen. Daar was het heet, er was niets te eten en er waren geen toiletten - iedereen moest poepen en plassen waar ze maar konden."
In februari 1995 gaf Mulder zich als 25-jarige dienstplichtig militair vrijwillig op om naar Srebrenica te gaan. Begin juli 1995 trokken Bosnisch-Servische militairen de grens van de enclave over. Op 11 juli 1995 viel de enclave. 8000 mensen werden vermoord. Mulder: "Een dag na de val van Srebrenica kwamen Bosnisch-Servische officieren op het kamp. Ik had nooit verwacht dat er mensen vermoord zouden worden. Dat hoorde ik pas later. Je zag de angst bij mensen. Je rook gewoon de doodsangst. De stank. Alles."
Bevestiging
Twee weken geleden bleek uit een documentaire van het programma Argos dat westerse bondgenoten van Nederland zes weken voor de val van de enclave al besloten hadden dat er geen luchtsteun zou komen. Dat besluit verzwegen zij voor Nederland. "Ik was er even stil van toen ik het hoorde", zegt Mulder. "De vermoedens waren er, maar dit was toch een soort bevestiging."
Mulder noemt volledige opheldering van de luchtsteun-kwestie een belangrijk verlangen. Oud-Dutchbatters lieten eerder al weten dat zij vinden dat de Nederlandse Staat openheid moet eisen van de Verenigde Staten.
Doodsbenauwd
Mulders ervaringen in Srebrenica speelden mee bij het maken van zijn keuze om de politiek in te gaan. "De Nederlandse regering en Tweede Kamer zijn begin jaren 90 zo naïef geweest." Als Kamerlid is hij daarom extra alert op de besluitvorming bij militaire missies.
Mulder volgt het nieuws over Srebrenica nog altijd op de voet. Onontkoombaar noemt hij dat. Het boek kan nog niet dicht. "Op de site van het Joegoslaviëtribunaal las ik dat het vonnis van Karadzic eind 2015 is, en het vonnis van Mladic eind 2017. Ik zag de beelden van slachtoffers die nu een laatste bestemming krijgen. Nog lang niet iedereen is geïdentificeerd. Het is nog niet afgelopen."
Hij heeft de enclave niet meer bezocht sinds 1995. "Ik ben zo bang dat ik daar dan weer sta en weer dat machteloze gevoel heb van toen. Het is het allerslechtste gevoel dat ik ooit heb gehad. Ik ben er doodsbenauwd voor. Maar misschien keer ik terug als mijn dochter volwassen is en aan me vraagt: papa, vertel eens hoe het daar was?"