Mishandeld in Marokko: 'Gooi die hond naar beneden'
In Marokko worden nog steeds arrestanten gemarteld. Amnesty International luidde daarover vanochtend de noodklok en presenteerde een rapport over de mishandelingen. Een van de slachtoffers is studentenactivist Boubker Hadari (26). Hij vertelt Amnesty dat agenten hem op 18 april 2013 arresteerden toen hij het dak van de faculteitsbibliotheek bezet hield. Hadari beschrijft hoe hij meerdere breuken en gebroken ruggenwervels opliep door het geweld van de veiligheidsdiensten.
"Zeker vier agenten arresteerden me op het dak en sloegen me daar in elkaar. Met hun knuppels sloegen ze me op mijn hoofd en op mijn lichaam. Toen zei er een: 'Gooi die hond naar beneden'."
"Ze gooiden me van het dak af, twee verdiepingen naar beneden. Ik werd wakker in een plas bloed. Ze stonden om me heen, schreeuwden beledigingen naar me en namen foto's. Zelfs in de ambulance naar het ziekenhuis beledigden ze me en scholden ze mijn moeder uit."
Walid El Ouazzani werd op 27 april 2014 in Fes gearresteerd op verdenking van de moord op een student. Hij vertelt dat de agenten die hem verhoorden zich richtten op zijn marxistische ideeën. "Ze blinddoekten me en sloegen me op mijn rechteroor", zegt Ouazzani. "Toen dreigden ze me te verkrachten. Ze trokken mijn broek uit en probeerden me met een fles te verkrachten."
Mijn oor bloedde door de klappen. Terwijl ze me sloegen, dwongen ze me om te praten.
"Daarna bonden ze me vast in de 'gebraden kip'-positie, aan een metalen staaf die aan touwen hing. Ze sloegen me, ze schommelden me heen en weer en sloegen me opnieuw. Mijn oor bloedde door de klappen. Terwijl ze me sloegen, dwongen ze me om te praten."
Daar bleef het niet bij. "De agenten gebruikten ook een andere martelmethode. Ze bonden mijn handen achter mijn rug en sloegen met een grote stok tegen mijn schenen, terwijl ik op de grond lag. Een van de agenten duwde mijn kin omhoog met de punt van zijn schoen als hij tegen me wilde praten."
Vingerafdrukken
Na de marteling bracht een agent hem naar de parkeerplaats van het bureau en dwong hem zijn vingerafdrukken op een motor achter te laten. Hij zou de motor hebben gestolen nadat hij de student had vermoord. Ouazzani zegt dat hij moest lachen, omdat hij helemaal niet kan motorrijden. Daarop pakte de agent zijn hoofd en sloeg het meerdere malen tegen een muur. Hij werd teruggebracht naar de verhoorkamer en opnieuw in elkaar geslagen.
Een agent pakte zijn hand en dwong hem een verhoorverslag te ondertekenen, terwijl hij het niet mocht lezen. Daarna werd hij zonder aanklacht vrijgelaten.
'Brahim', niet zijn echte naam, is een 16-jarige jongen uit de bezette Westelijke Sahara. Ook hij is slachtoffer van mishandeling. Naar eigen zeggen werd hij op 21 december 2013 in Laayoune gearresteerd, nadat rond een voetbalwedstrijd rellen met de politie waren uitgebroken.
"Zo'n twaalf agenten in blauwe uniformen sloegen me met metalen staven en met hun helmen. Ze schopten en sloegen me. Dat duurde ongeveer twintig minuten. Toen haalden ze me uit het busje en bleven ze me slaan, tot één me tegen mijn neus schopte en ik flauwviel."
"Ik werd wakker in het ziekenhuis, omringd door agenten in burger met walkie talkies. Verplegers veegden het bloed van mijn neus en lieten me gaan. Ze zeiden dat ik niets had. Maar toen ik thuis kwam, waren mijn neus en mijn hand erg opgezwollen."
Op 30 december dienden zijn ouders een klacht in met een kopie van een medisch certificaat. Maar daar kwam nooit een reactie op.
Het complete rapport van Amnesty International is hier te vinden.