Michel Butter finisht in 2'09, een tijd die internationaal niet meetelt
NOS Nieuws

Nederlandse marathontop blijft achter

  • Dik Verkuil

    Researchredacteur

  • Dik Verkuil

    Researchredacteur

Niet alleen de gemiddelde Nederlandse marathonloper, ook de Nederlandse marathontop presteert aanzienlijk minder dan in de jaren tachtig.

Destijds hoorden Nederlanders als Gerard Nijboer, Marti ten Kate en Cor Vriend tot de wereldtop of zaten erbij in de buurt. De tien beste Nederlandse marathonlopers liepen jaarlijks gemiddeld in de 2’15. Tegenwoordig doen de beste tien er gemiddeld drie à vier minuten langer over, blijkt uit een analyse van Remko Riebeek, lid van de werkgroep statistiek van de atletiekunie.

De top 3 loopt nog even snel als in de jaren tachtig, zo rond de 2’11. Maar de wereldtop is in dertig jaar veel sneller geworden. De mondiale top 10 liep begin jaren tachtig gemiddeld 2’09 – de tijd die ook Nijboer in 1979 al liep – maar is inmiddels vijf minuten sneller.

Nijboer won zilver op de Olympische Spelen, werd Europees kampioen en won vier keer de Amsterdam Marathon. Michel Butter liep in 2012 als derde Nederlander onder de 2’10, maar werd daarmee in Amsterdam slechts twaalfde. Wereldwijd was het dat jaar de 219e tijd. Het is onvoorstelbaar dat Nederlands snelste marathonloper ooit een Olympische medaille zou winnen.

Bij de vrouwen is het beeld iets positiever, zegt Riebeek. Zowel de top 3 als de top 10 van de Nederlandse vrouwen is in de loop van de tijd iets sneller geworden. Maar de wereldtop boekte meer vooruitgang, waardoor ook bij de vrouwen de kloof tussen Nederland en de wereldtop groter is geworden.

Volgens Riebeek is leeftijd een mogelijke verklaring voor de toenemende achterstand van de Nederlandse marathonlopers. De gemiddelde leeftijd van de wereldtop wisselt sterk van jaar tot jaar, maar de trend lijkt te zijn dat toplopers geleidelijk jonger worden. In Nederland worden ze ouder.

De top 10 van de Nederlands mannen was in de jaren tachtig gemiddeld 30, terwijl de gemiddelde leeftijd de laatste tien jaar tussen de 30 en 35 schommelt. De wereldtop was in de jaren tachtig net een jaartje jonger dan de Nederlandse top, terwijl de laatste tien jaar de gemiddelde leeftijd van de mondiale top 10 varieert van 23 tot 31 jaar.

Bij de vrouwen is de wereldtop de laatste jaren gemiddeld zo’n 5 jaar jonger dan de Nederlandse top 10. De Nederlandse toploopsters zijn tegenwoordig gemiddeld rond de 35 jaar. In 2006 was de top 10 zelfs gemiddeld 39.

Volgens Riebeek kan de conclusie zijn dat Nederlandse atleten te laat met de marathon beginnen. Een van de mogelijkheden om weer enigszins aansluiting te krijgen bij de wereldtop zou dan zijn om atleten zich al op jongere leeftijd op de lange afstanden te laten concentreren.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl