Woede bij betogers Ferguson zit nog steeds heel diep
De chef van het politiekorps van Ferguson is weg, maar dat heeft de gemoederen in het Amerikaanse stadje allerminst tot bedaren gebracht. Vannacht werden twee agenten tijdens een demonstratie neergeschoten. "Bij veel betogers zit de woede nog steeds heel diep", zegt NOS-correspondent Arjen van der Horst.
De positie van politiechef Jackson was onhoudbaar geworden na een vernietigend rapport over racisme in zijn korps. "Dat hij vertrok, was een belangrijke eis van veel betogers in Ferguson", zegt Van der Horst.
Maar voor het groepje hardnekkige betogers dat er nog vrijwel dagelijks demonstreert, is zijn vertrek volgens onze correspondent niet genoeg. Zij demonstreerden gisteravond opnieuw voor hervormingen bij het korps.
Michael Brown
De onrust in Ferguson begon op 9 augustus vorig jaar, met de dood van de 18-jarige Michael Brown. De ongewapende zwarte tiener werd op die dag doodgeschoten door een blanke agent.
De dood van Brown was het startsein voor wekenlange protesten tegen het politiekorps van Ferguson, dat in de ogen van de betogers racistisch was. Ze kregen vorige week gelijk van het Amerikaanse ministerie van Justitie. Het rapport kostte politiechef Jackson en een hoge ambtenaar de kop.
'Landelijk protest is weggeëbd'
De demonstraties kregen in de zomer een landelijk karakter. Ook toen bekend werd dat de agent niet werd vervolgd, gingen mensen tot ver buiten Ferguson de straat op. "Dat is weggeëbd", constateert Van der Horst. "Wat is overgebleven, zijn de betogingen in Ferguson zelf."
President Obama verwees vorig weekend nog in een toespraak naar de gebeurtenissen in Ferguson. Obama sprak bij de herdenking van het neerslaan van een vrijheidsmars in Selma, waar zo'n 600 zwarte betogers werden aangevallen door tientallen agenten en racistische blanken.
"De discussie heeft een hele actuele lading gekregen door wat in Ferguson gebeurt en is gebeurd", zegt Van der Horst daarover. "Het krijgt nu de maximale aandacht."