Oppositieleider Maleisië veroordeeld wegens sodomie
Het hooggerechtshof van Maleisië heeft oppositieleider Anwar Ibrahim schuldig bevonden aan sodomie. Anwar werd in maart vorig jaar veroordeeld tot vijf jaar cel.
Hij ging tegen het vonnis in beroep, maar is nu ook door het hoogste rechtsorgaan schuldig bevonden. Het hof gaf hem opnieuw een celstraf van vijf jaar.
"Kennelijk was één enkele aanklacht genoeg voor een veroordeling", zegt correspondent Michel Maas in het NOS Radio 1 Journaal. "Er was maar een getuige in deze zaak: de man die Anwar beschuldigde van verkrachting. De rechters vonden deze getuige betrouwbaar en dus is Anwar veroordeeld."
Strafbaar
Het hooggerechtshof zou eigenlijk in november al uitspraak doen, maar toen werd het vonnis uitgesteld. De rechters zeiden toen dat ze meer tijd nodig hadden om tot een uitspraak te komen.
Het lijkt wel alsof deze wet speciaal voor Anwar in het leven is geroepen.
Homoseksualiteit is strafbaar in Maleisië, maar er wordt zelden iemand voor veroordeeld. "Het komt haast nooit tot een veroordeling. Het lijkt wel alsof deze wet speciaal voor Anwar in het leven is geroepen", zegt Maas.
Monddood
Anwar is ervan overtuigd dat zijn vervolging bedoeld is om hem monddood te maken. Hij wordt gezien als de enige serieuze bedreiging voor de coalitie die al sinds 1957 aan de macht is in Maleisië.
Anwar mag na zijn celstraf vijf jaar lang geen politiek functie uitoefenen. Hij kan dan ook niet deelnemen aan de eerstvolgende landelijke verkiezingen, die in 2018 gehouden moeten worden. In 2008 en 2013 boekte hij als oppositieleider winst bij de verkiezingen.