De Rode Duivels spelen, maar in België 'zie je daar weinig van'

Belgische pleinen en kroegen maken zich klaar voor de eerste WK-wedstrijd van de Rode Duivels. Om 17.00 uur is de aftrap van de wedstrijd tegen Panama.

Supermarkten verwachten dat ze fors meer bier en barbecuevlees verkopen en er zal op veel plekken gezamenlijk gekeken worden, schrijven Belgische media. Maar daar is vooraf nauwelijks iets van te zien, zegt correspondent Sander van Hoorn, die de wedstrijd op een plein in Brugge gaat kijken.

Deze supporters in Sotsji zitten klaar voor de wedstrijd:

"Her en der zijn plekken bekendgemaakt waar je de wedstrijd op grote schermen kan volgen, maar verder is er enorm weinig. Er rijden geen auto's rond met vlaggetjes eraan. Speciale beschermkapjes voor achteruitkijkspiegels zie ik maar op één op de 400 auto's. In Vlaamse dorpen buiten Brussel hangen wel een paar vlaggen uit de ramen van huizen, maar ook heel weinig", zegt Van Hoorn.

Het verschil met Nederland, waar voor grote toernooien straten oranje versierd worden, is groot. "Voor een deel heeft dat ermee te maken dat Belgen over het algemeen niet zo uitbundig zijn, ook niet qua voetbal. En ze hebben een beetje een kater van het vorige EK en WK." Beide keren strandde België in de kwartfinales.

Voorzichtige hoop is er wel, hoort Van Hoorn om zich heen. "Omdat ze in de eerste ronde eigenlijk alleen Engeland als serieuze tegenstander hebben, durft iedereen te hopen. Op radio en televisie wordt zelfs gesproken over kwart- of halve finales."

In hoofdstad Brussel werden de wedstrijden normaal gesproken op het Beursplein gekeken. Maar om veiligheidsredenen is het grote scherm uit voorzorg verplaatst naar een stadion aan de rand van de stad.

Omdat Oranje dit keer niet aan het WK meedoet, is ongeveer een derde van de Nederlanders voor de Rode Duivels. Daarmee is de club van de zuiderburen onze favoriet, bleek vorige week. In kroegen in Noord-Brabant is dit goed te zien. In biercafé Anvers in Tilburg bijvoorbeeld wordt de wedstrijd op groot scherm getoond.

"Vier jaar geleden waren we voor Nederland, maar toen droegen we de Belgen ook een warm hart toe", zegt manager Arjan Visser voordat hij begint met versieren. "Nu Nederland ontbreekt, zijn we al helemaal voor de Rode Duivels."