NOC*NSF-directeur Dielessen legt zaak-Anema voor aan IOC

Sportkoepel NOC*NSF heeft de matchfixing-zaak rond Jillert Anema alsnog gemeld bij het Internationaal Olympisch Comité. "Het ligt nu bij het IOC. We wachten de reactie af", zegt algemeen directeur Gerard Dielessen.

Dielessen vindt achteraf dat de zaak meteen gemeld had moeten worden bij het IOC. "Ik vind dat we uitstekend gehandeld hebben, maar met de wetenschap van nu was het beter geweest om het IOC direct te informeren."

De Volkskrant bracht vandaag naar buiten dat Jillert Anema vier jaar geleden tijdens de Winterspelen in Sotsji in zijn functie als coach van de Fransen een poging ondernam het wedstrijdverloop op de ploegenachtervolging, waar Frankrijk in de eerste ronde tegen Nederland uitkwam, te beïnvloeden.

Juridisch advies

"De toenmalige chef de mission, Maurits Hendriks, had gehoord dat Anema speelde met de gedachte een wedstrijd te beïnvloeden. Toen is hij naar mij toe gekomen en hebben wij dat direct in de kiem gesmoord", aldus Dielessen.

"We hebben een gesprek in het dorp gevoerd en eenmaal thuis juridisch advies ingewonnen en een brief gestuurd om dit in de toekomst te voorkomen. We hebben gekeken naar een proportionele straf en dat was deze brief."

NOC*NSF koos ervoor de kwestie niet openbaar te maken. "Dat was een onderdeel van de passende maatregel", zegt Dielessen.

Daarmee was voor Dielessen en het NOC*NSF de kous af. "Voor ons was de zaak in 2014 afgewikkeld."

Naar eer en geweten

Of dat de juiste keuze is geweest, legt Dielessen nu ter beoordeling aan het IOC voor. "Ik vind zelf dat we toen buitengewoon zuiver hebben gehandeld. Er is verder ook niets gebeurd. Het is bij die gedachte van Anema gebleven."

Dielessen verwacht dan ook niet dat de zaak nog gevolgen voor hem of André Bolhuis - voorzitter van de sportkoepel en mede-ontekenaar van de brief - zal hebben. "Ik ben er niet zo bang voor. Ik denk dat we naar eer en geweten hebben gehandeld."