Het nieuwe academisch jaar begint vandaag, maar voor hoogleraren en universitair docenten is de maat nu al vol. Zij vragen tijdens de feestelijke opening van het academisch jaar aandacht voor de werkdruk die zij ervaren. Dat doen ze met opgespelde rode vierkantjes. En later deze maand volgen acties onder de noemer 'WO in actie'. "We komen niet meer toe aan onderzoek doen", zegt initiatiefnemer Rens Bod.
"Het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek is lang stil geweest", zegt Bod, hoogleraar Computationele Geesteswetenschappen aan de UvA. "Maar we kunnen dit niet volhouden." Daarom voert hij actie. Vandaag met een rood vierkant op zijn pak tijdens de opening van het academisch jaar.
De laatste jaren is er veel is bezuinigd en moeten te weinig docenten een toenemend aantal studenten lesgeven.
"Er wordt stelselmatig bezuinigd. Per student krijgen universiteiten minder geld", zegt Bod. En dat bedrag is zo laag geworden dat docenten in feite geen tijd meer hebben om onderzoeksgedreven onderwijs te geven, om op topniveau onderzoek te doen én studenten te begeleiden", legt Bod uit.
Voor docenten en hoogleraren betekent dit stelselmatig overwerken. Vaak komen docenten door de hoeveelheid werk pas in het weekend toe aan onderzoek doen. Ze zijn daarbij ook veel tijd kwijt aan administratieve taken en geld binnenhalen voor onderzoek.
Ik ken niemand die zijn of haar werk binnen de tijd afkrijgt.
Martijn Wieling, universitair docent linguïstiek aan de RUG, doet niet mee met de actie, maar herkent de problemen wel. "Ik moet nog een studentenscriptie van feedback voorzien en kan dat moeilijk tijdens de opening van het academisch jaar doen", zegt hij. "Ik ken niemand die zijn of haar werk binnen de tijd afkrijgt."
Waarom dat is: "Ik denk dat wij als onderzoekers af en toe een beetje getikt zijn. Je blijft het werk maar doen, omdat het veelal fantastisch leuk werk is, maar er wordt steeds vaker van ons verwacht dat we een een schaap met vijf poten zijn", zegt Wieling. "Je moet uitstekend onderwijs geven. Je moet in verschillende commissies zitten, het publiek bij je onderzoek betrekken, en veelvuldig onderzoeksbeurzen aanvragen. Daarnaast wil je ook nog onderzoek doen, want daar ligt immers je passie. Daar komen nog andere taken bij. Dat kost veel energie. Ik denk dat dat ten koste gaat van de kwaliteit."
Volgens hem is dit niet houdbaar. "Dit is geen goede situatie. Er zijn te weinig docenten en er is te weinig tijd. Ik heb heel bewust gekozen voor een contract van 30 uur per week, zodat ik tijd heb voor mijn familie. In de praktijk betekent dat dat ik zeker 40 uur per week bezig ben. Collega's die een contract hebben voor 40 uur, werken structureel 50 tot 60 uur per week. Vorig jaar is er al een collega vertrokken naar het buitenland vanwege de werkdruk."
Precies dat merkt Paola Gori-Giorgi, hoogleraar theoretische scheikunde aan de VU. "Ik heb twee kleine kinderen, maar ik moet meestal tot 01.00 uur 's nachts doorwerken nadat ik ze naar bed heb gebracht. Het weekend probeer ik vrij te houden, maar vaak moet ik dan ook gewoon met mijn onderzoek door. En mijn man is ook academicus, dus heeft hetzelfde probleem."
Volgens haar is het probleem dat er te veel studenten zijn en te weinig docenten. "Ik moet onderwijs geven in onderzoekstijd. Ik kom alleen in het weekend en 's avonds toe aan onderzoek doen. Onderzoek is mijn passie en ik heb onderzoeksgeld binnengehaald, dus ik moet het wel waarmaken."